Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 18 september 2011 te [pleegplaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [benadeelde]), (met kracht) tegen het hoofd, in elk geval het lichaam, heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
hij op of omstreeks 18 september 2011, te [pleegplaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon genaamd [benadeelde], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer) een meervoudige onderkaakfractuur, heeft toegebracht, door deze opzettelijk tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (met kracht) - met een (geschoeide) voet op diens hoofd te stampen en/of
Bewezenverklaring
hij op 18 september 2011 te [pleegplaats], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [benadeelde]), met kracht tegen het hoofd heeft gestompt en geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
hij op 18 september 2011 te [pleegplaats], met anderen, op de openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde], welk geweld bestond uit het meermalen,
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 1.388,73 (duizend driehonderdachtentachtig euro en drieënzeventig cent) bestaande uit € 388,73 (driehonderdachtentachtig euro en drieënzeventig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.388,73 (duizend driehonderdachtentachtig euro en drieënzeventig cent) bestaande uit € 388,73 (driehonderdachtentachtig euro en drieënzeventig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
23 (drieëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.