Uitspraak
de man,
de vrouw,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
relevantewijziging van omstandigheden in de zin van artikel 1:401 lid 1 BW heeft voorgedaan.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie, waarbij de man verzoekt om nihilstelling van de alimentatie op grond van gewijzigde omstandigheden. Het huwelijk van de man en de vrouw is in 2008 ontbonden, en bij beschikking van de rechtbank Groningen is de man verplicht om een maandelijkse bijdrage van € 2.071,65 te betalen aan de vrouw. De man heeft in 2011 een verzoek ingediend om deze alimentatie te verlagen naar nihil, omdat hij stelt dat zijn financiële situatie is veranderd. De rechtbank heeft dit verzoek in oktober 2012 afgewezen, omdat de man onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie en inkomen.
In hoger beroep heeft de man opnieuw aangevoerd dat hij niet in staat is om de alimentatie te betalen. Het hof heeft de procedure en de ingediende stukken bekeken, waaronder correspondentie van de man en zijn advocaat. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 juli 2013, waarbij de man niet verscheen, maar vertegenwoordigd werd door zijn advocaat. De vrouw was wel aanwezig en heeft haar standpunt toegelicht.
Het hof heeft vastgesteld dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd van zijn financiële situatie. De vrouw heeft aangetoond dat de man mogelijk inkomsten en vermogen heeft dat hij niet heeft opgegeven. Het hof concludeert dat de man zich moeite getroost om zijn financiële situatie aan het oog te onttrekken, wat zijn verplichtingen ten aanzien van de alimentatie beïnvloedt. Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waardoor de man verplicht blijft de alimentatie te betalen.