In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed tussen partijen, die in 2009 met elkaar in het huwelijk zijn getreden. De rechtbank Midden-Nederland had eerder op 18 januari 2013 de echtscheiding uitgesproken en een onderhoudsbijdrage van € 500,- per maand vastgesteld. De man heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking te vernietigen en in plaats daarvan de scheiding van tafel en bed uit te spreken, terwijl de vrouw de beschikking wilde bekrachtigen. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van duurzame ontwrichting van het huwelijk en heeft zowel de echtscheiding als de scheiding van tafel en bed uitgesproken. De man is verplicht om een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw te betalen, vastgesteld op € 227,- per maand, met ingang van de datum van inschrijving van de scheiding van tafel en bed in het huwelijksgoederenregister en de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand. De duur van de onderhoudsverplichting is vastgesteld op vier jaar, rekening houdend met de duur van het huwelijk en de geloofsovertuigingen van de man. Het hof heeft de kosten van het geding in hoger beroep gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.