ECLI:NL:GHARL:2013:7852

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 oktober 2013
Publicatiedatum
21 oktober 2013
Zaaknummer
ks 21-001175-13 23-10-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor verdachte in kinderpornozaak wegens gebrek aan bewijs van bewustheid

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno, zoals gedefinieerd in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin hij was veroordeeld voor het bezit van kinderporno. Tijdens de zitting op 9 oktober 2013 heeft het hof de zaak behandeld en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis vorderde, met uitzondering van de opgelegde straf.

De verdachte verklaarde dat hij altijd controleerde op de aanwezigheid van kinderporno in de gedownloade bestanden en dat hij deze bestanden onmiddellijk verwijderde zodra hij ze aantrof. Hij stelde dat de aangetroffen bestanden mogelijk op een onbekende plaats op zijn computer waren beland, en dat hij niet in staat was geweest om deze bestanden te vinden. Het hof oordeelde dat voor het in bezit hebben van kinderporno enige bewustheid van de aanwezigheid van deze bestanden vereist is. Aangezien de verdachte had verklaard dat hij niet op zoek was naar kinderporno en dat hij dacht dat hij alle bestanden had verwijderd, achtte het hof zijn verklaring niet onaannemelijk.

Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte daadwerkelijk in bezit was van kinderporno in de zin van artikel 240b Sr. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging. De beslissing werd genomen in tegenwoordigheid van de griffier, en de uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001175-13
Uitspraak d.d.: 23 oktober 2013
TEGENSPRAAK
(Promis)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 27 november 2012 met parketnummer 07-690309-11 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1974],
wonende te [woonplaats], [adres].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 9 oktober 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis, met uitzondering van de straf. De advocaat-generaal vordert oplegging van een werkstraf voor de duur van 60 uren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. A.M.C.J. Baaijens, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 15 maart 2011 in de gemeente [gemeente], in elk geval in
Nederland, één of meermalen 23, in ieder geval 1 of meer afbeelding(en) en/of
meerdere, in ieder geval een gegevensdrager(s) bevattende een of meer
afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten een of meer (2) laptop(s)
(merk Packard Bell en/of Hewlett Packard)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven
en/of in bezit heeft gehad en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk
en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, de toegang tot die
afbeelding(en) heeft verschaft;
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer):
- ( met de hand) betasten en/of aanraken en/of het in de mond nemen van de
penis van een persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren
nog niet heeft bereikt en/of
- het geheel naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarna door het
camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van deze perso(o)n(en)
nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Ter beoordeling staat of verdachte op of omstreeks 15 maart 2011 - kort gezegd - afbeeldingen van kinderporno in bezit heeft gehad. Het bewijs daarvoor dat verdachte op of omstreeks die datum een of meer van de in de tenlastelegging opgenomen andere handelingen met kinderporno heeft verricht, ontbreekt.
Voor het in bezit hebben van kinderporno in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht - in welke betekenis ook het in de tenlastelegging opgenomen begrip 'in bezit hebben' geacht moet worden te zijn gebruikt - is enige bewustheid vereist op de aanwezigheid van kinderporno.
Vast staat dat de in de tenlastelegging nader omschreven afbeeldingen van kinderporno op de laptop van verdachte zijn aangetroffen in een map met de naam [bestandsnaam].
Verdachte heeft hieromtrent verklaard dat de door hem gebruikte computer als geschenk was ontvangen van zijn schoonvader (met als voornaam [voornaam]). Bij ontvangst was de computer 'leeg', met uitzondering van het besturingssysteem. Verdachte heeft op de computer zelf het programma Limewire geïnstalleerd.
Verdachte heeft verklaard dat hij via Limewire pornobestanden downloadde. Hij heeft verklaard dat hij niet op zoek was naar kinderporno, maar dat het wel eens gebeurde dat de door hem gedownloade bestanden kinderporno bevatten. Verdachte heeft tegenover verbalisanten, maar ook ter zitting in eerste aanleg en in hoger beroep, verklaard dat hij de gedownloade bestanden altijd controleerde. Zodra hij zag dat er sprake was van kinderporno, verwijderde hij het bestand direct van zijn computer.
Verdachte heeft voorts verklaard dat hij niet wist dat de aangetroffen bestanden op zijn computer stonden. Hij had naar zijn weten alle bestanden met kinderporno definitief van zijn computer verwijderd. Mogelijk is dat de aangetroffen bestanden terecht zijn gekomen op een voor verdachte onbekende plaats. Na de installatie van Limewire kon verdachte aanvankelijk via dat programma gedownloade bestanden niet terugvinden. Toen hij daar achter kwam heeft hij een wijziging aangebracht, waarna zich dit probleem niet meer voordeed. Verdachte heeft hierover verklaard dat hij, als gevolg van een gebrekkige kennis van computers, kennelijk niet in staat is geweest de opslagplaats van deze bestanden te vinden, ook niet via de search-functie van het besturingssysteem.
Het hof acht deze verklaring gelet op het verhandelde ter zitting niet onaannemelijk. Aannemelijk is dat, na installatie, bestanden via Limewire aanvankelijk
standaard in de hiervoor genoemde door het besturingssysteem en de Limewire applicatie aangemaakte map zijn weggeschreven.
Het hof stelt voorts vast dat het een zeer gering aantal afbeeldingen van kinderporno betreft. Niet is vastgesteld dat deze bestanden - nadat deze waren gedownload - nog zijn geopend.
Bij gebreke van informatie waaruit het tegendeel blijkt, kan aldus niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen in bezit heeft gehad in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte wordt daarom vrijgesproken van het ten laste gelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. O. Anjewierden, voorzitter,
mr. W.M. van Schuijlenburg en mr. J.H. Bosch, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers, griffier,
en op 23 oktober 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Anjewierden en mr. Bosch zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.