Uitspraak
de vader,
[geïntimeerde],
de moeder,
Het geding in eerste aanleg
Het geding in hoger beroep
van Vliet (kantoorgenoot van mr. Van Veenendaal-Stolk) heeft ter zitting van het hof desgevraagd naar voren gebracht dat ook wordt verzocht om het inleidende verzoek tot wijziging van het gezag alsnog af te wijzen.
De beoordeling
De vaststaande feiten
was nauw bij haar betrokken. Volgens de vader frustreert de moeder sinds de verbreking van de samenwoning ieder contact tussen hem en [kind]. Dit klemt
te meer nu [kind] hiervoor, gelet op haar jonge leeftijd, afhankelijk is van de welwillendheid van de moeder. Dat de communicatie tussen partijen op dit moment, vanwege het verbreken van de relatie, is verstoord en weinig constructief verloopt, dient niet met zich mee te brengen dat de vader het gezag over [kind] moet worden ontnomen. De vader verwacht dat de bestaande communicatie-problemen binnen afzienbare tijd zullen verbeteren omdat deze gerelateerd zijn aan de beëindiging van de relatie. Volgens hem dienen partijen over te gaan tot opstelling en ondertekening van een ouderschapsplan. Hij verwacht dat, wanneer er duidelijkheid komt over de positie van partijen als ouders en partijen weten waaraan zij zich hebben te houden, de communicatie zal verbeteren.
De vader heeft ten tijde van de samenleving nimmer blijk gegeven van misbruik van zijn gezag over [kind] noch heeft hij beslissingen over [kind] gehinderd of de opvoedkundige kwaliteiten van de moeder of haar beslissingen aangaande [kind] ter discussie gesteld. Dat [kind] klem of verloren dreigt te raken tussen partijen is dan ook onjuist, aldus de vader. Naar zijn mening is wijziging van het gezag anderszins evenmin in het belang van [kind]. De vader wil voldoende contact en omgang met [kind], maar ook betrokken worden bij belangrijke aangelegenheden betreffende haar opvoeding en verzorging.
Ook is het AMK en Steunpunt Huiselijk Geweld bij het gezin betrokken geweest.
Zou de moeder van de vader afhankelijk zijn bij het nemen van beslissingen over [kind], dan verwacht zij dat de vader daar misbruik van zal maken. [kind] zal daarvan de dupe worden, te meer doordat de moeder de dagelijkse zorg voor [kind] draagt en haar draagkracht overschreden dreigt te worden als zij genood-zaakt zou zijn om contact met de vader te hebben. Ieder contact heeft tot nu toe geleid tot verdere escalatie en verslechtering van de verhouding tussen partijen. Communicatie tussen partijen is thans in het geheel niet mogelijk. De moeder heeft er ook geen vertrouwen in dat dat op korte termijn anders zal zijn. In geval van gezamenlijk gezag zal [kind] klem of verloren raken. Gezamenlijk gezag is derhalve in strijd met de belangen van [kind], aldus de moeder.
de geboorte van [kind] in december 2011 ernstig was en de nodige problemen opleverde. De vader heeft zich na de geboorte [kind], in 2012, voor zes dagen laten opnemen in een afkickkliniek in verband met zijn cocaïneverslaving.
De vader geeft zelf aan dat hij in 2012 voor het laatst cocaïne heeft gebruikt,
maar dat hij nog wel af en toe softdrugs gebruikt. Volgens de moeder heeft de vader ook nadat hij terugkwam uit de kliniek, drugs gebruikt en lag het huis
al snel weer vol met lege cocaïnebakjes. Een korte tijd nadat de vader uit de afkickkliniek kwam, is de relatie tussen partijen beëindigd. De vader heeft [kind] sinds juli 2012 ook niet meer gezien en heeft sindsdien geen, althans onvoldoende initiatief genomen om tot een herstel van het contact tussen hem en [kind] te komen. Het door de vader gestelde op dit punt is onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. De vader stelt zich op het standpunt dat zijn leven thans stabiel is. Gebleken is echter dat de vader geen werk en geen inkomen heeft en softdrugs gebruikt. De vader wordt al langer dan een jaar onderhouden door familie en vrienden. Daar komt bij dat hij de behandeling in de afkickkliniek in 2012 niet heeft afgemaakt, zodat het voor het hof, mede gelet op de verklaring van de moeder, niet vast staat dat hij daadwerkelijk geen cocaïne meer gebruikt. Het hof ziet, gelet op het hiervoor overwogene, geen aanleiding om een raadsonderzoek naar de huidige situatie van de vader te laten plaatsvinden, zoals door partijen verzocht. Het hof acht zich hieromtrent voldoende voorgelicht.
De beslissing
D.J. Buijs, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van
17 september 2013 in bijzijn van de griffier.