ECLI:NL:GHARL:2013:7285

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 september 2013
Publicatiedatum
30 september 2013
Zaaknummer
TBS P13/0253
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een psychotische terbeschikkinggestelde met één jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 september 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die lijdt aan een psychotische stoornis en een hoog risico op gewelddadig gedrag vertoont. De terbeschikkinggestelde, die verblijft in de Pompestichting te Vught, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Nederland van 19 februari 2013, waarin zijn terbeschikkingstelling met twee jaar werd verlengd. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van verschillende stukken, waaronder adviezen van de kliniek en verklaringen van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. M.J.H. Mühlstaff.

Het hof overweegt dat de terbeschikkinggestelde intensieve ondersteuning en begeleiding nodig heeft om destabilisatie te voorkomen. Ondanks het verzoek van de terbeschikkinggestelde om beëindiging van de terbeschikkingstelling, heeft het hof geoordeeld dat de algemene veiligheid van anderen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereist. Het hof heeft echter besloten om af te wijken van de gebruikelijke termijn van twee jaar en heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. Dit besluit is genomen met het oog op een toekomstige verlengingsprocedure, waarbij de terbeschikkinggestelde in het Pieter Baan Centrum zal worden onderzocht.

Het hof heeft ook aandacht besteed aan de redelijke termijn van de procedure en heeft vastgesteld dat er geen sprake is geweest van een spoedige behandeling van het beroep. De beslissing van de rechtbank is vernietigd, en het hof heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, met de nadruk dat de situatie bij de volgende verlengingsprocedure opnieuw zal worden beoordeeld op basis van de dan beschikbare informatie.

Uitspraak

TBS P13/0253
Beslissing d.d. 12 september 2013
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in de Pompestichting te Vught.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Nederland van 19 februari 2013, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • de uitspraak van de rechtbank Zwolle van 18 februari 1997, waarbij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege werd opgelegd;
  • het verlengingsadvies van de Pompestichting van 15 november 2012;
  • de vordering van de officier van justitie, ingekomen op 14 januari 2013;
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de appelakte van 28 februari 2013;
  • de aanvullende informatie van de Pompestichting van 8 augustus 2013;
  • de appelschriftuur van de raadsman van de terbeschikkinggestelde van 19 augustus 2013;
  • het e-mailbericht van de Pompestichting van 27 augustus 2013, met als bijlage de wettelijke aantekeningen van 14 maart 2013 tot en met 26 augustus 2013.
Het hof heeft ter zitting van 29 augustus 2013 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr M.J.H. Mühlstaff, advocaat te Deventer, en de advocaat generaal
mr E.J. Julsing-Nijenhuis.

Overwegingen:

Het advies van de kliniek
Betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis en heeft last van stemmingswisselingen. Het risico op gewelddadig gedrag is hoog. Betrokkene verblijft op een zeer intensieve specialistische zorgafdeling waar een fragiele stabiliteit is bereikt. Betrokkene is
nog altijd geneigd psychotisch te ontregelen als hij meer prikkels krijgt, en heeft moeite zich te conformeren aan sociale normen. Intensieve ondersteuning en begeleiding zijn noodzakelijk om destabilisatie te voorkomen. Een overgang naar een reguliere longstay voorziening wordt vooralsnog onverantwoord geacht. Geadviseerd wordt om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
Betrokkene wil graag dat de terbeschikkingstelling wordt beëindigd. Hij wil graag naar een vorm van begeleid of beschermd wonen. Hij begrijpt dat hij medicatie nodig heeft en zal deze blijven gebruiken.
De raadsman van betrokkene heeft primair verzocht de terbeschikkingstelling te beëindigen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om een nieuw onderzoek naar (de persoon van) betrokkene en de mogelijkheden van een andere setting, nu zijn zeer langdurige behandeling niets heeft opgeleverd.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft onder verwijzing naar de stoornis en het recidivegevaar geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank en verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. De advocaat-generaal acht zich voldoende voorgelicht en acht nader onderzoek niet noodzakelijk.
Het oordeel van het hof
Afwijzing verzoek
Het hof acht zich op basis van de voorhanden zijnde informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het verzoek van de raadsman om een nader onderzoek wordt afgewezen, nu de noodzaak daartoe voor de thans te nemen beslissing niet is gebleken.
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen, daar het tot een andere beslissing komt.
Redelijke termijn
Het hof overweegt ambtshalve het volgende. Zowel artikel 509x, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering als artikel 5, vierde lid, van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden stelt eisen aan de voortgang van de behandeling door de rechter van een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Er dient door het hof zo spoedig mogelijk respectievelijk spoedig (de Engelse tekst bezigt het woord "speedily") te worden beslist. Deze inspanningsverplichting dwingt tot een grotere spoed dan waarvan in de onderhavige zaak is gebleken. Het hof is van oordeel dat in casu van een spoedige behandeling van het beroep in de zin van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden geen sprake is geweest. Het hof doet immers pas heden, ruim zes maanden na het instellen van het beroep uitspraak.
In de voorliggende zaak is het hof van oordeel dat de beslissing om een verdragsrechtelijke schending aan te nemen in zichzelf voldoende bevrediging van het geschonden rechtsgevoel inhoudt.
Indexdelict
Bij vonnis van de rechtbank Zwolle van 18 februari 1997 is gelast dat betrokkene ter beschikking zal worden gesteld en bevolen dat hij van overheidswege zal worden verpleegd. Blijkens de bewezenverklaring, de kwalificatie en de motivering van de oplegging van de straf en maatregel, in onderling verband en samenhang bezien, is de terbeschikkingstelling opgelegd ter zake van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling
.
Stoornis en recidivegevaar
Betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis en heeft last van stemmingswisselingen. Het risico op gewelddadig gedrag is hoog.
Verlenging terbeschikkingstelling
Gelet op de advisering van de kliniek en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is het hof van oordeel dat de algemene veiligheid van anderen verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Het uitgangspunt van het hof is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar, de terbeschikkingstelling in principe verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. De beslissing van de rechtbank om de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar, was op zichzelf dan ook juist. Het hof ziet echter aanleiding om van voornoemd uitgangspunt af te wijken en de terbeschikkingstelling thans te verlengen voor de duur van één jaar.
Daartoe wordt overwogen dat het hof het wenselijk acht dat betrokkene bij gelegenheid van de te verwachten volgende verlengingsprocedure, in het kader van de dan aan de orde zijnde zogenaamde zes-jaarsverlenging, wordt opgenomen in het Pieter Baan Centrum en aldaar zal worden onderzocht, en dat daarbij dan in het bijzonder aandacht wordt besteed aan eventuele transculturele problematiek en een mogelijk (oorlogs)trauma van betrokkene, alsmede mogelijkheden voor een verdere behandeling van betrokkene, anders dan alleen in farmacologische zin, bijvoorbeeld op het gebied van traumaverwerking.
Het hof merkt uitdrukkelijk op dat ook bij gelegenheid van die volgende verlengingsprocedure de situatie op basis van de dan beschikbare (aanvullende) informatie zal worden beoordeeld. Aan de beslissing tot verlenging van de maatregel met één jaar mag de terbeschikkinggestelde op zichzelf dus niet de verwachting ontlenen dat de verpleging van overheidswege na afloop van dat jaar (voorwaardelijk) zal worden beëindigd, dan wel dat de terbeschikkingstelling dan wederom met slechts één jaar zal worden verlengd.

Beslissing

Het hof:
Wijst afhet verzoek tot nader onderzoek.
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Oost-Nederland van 19 februari 2013 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van één
jaar.
Aldus gedaan door
mr Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr J.W. Rijkers en mr F.G. Bauduin als raadsheren,
en drs G. Mensing en prof dr B.C.M. Raes als raden,
in tegenwoordigheid van mr N.D. Mavus-ten Elshof als griffier,
en op 12 september 2013 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.