Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Enterstone,
Heineken,
1.Het geding in eerste instantie
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten, het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De ontvankelijkheid van het appel
Subsidiair zou Enterstone volgens Heineken niet-ontvankelijk moeten worden verklaard wegens gebrek aan belang. Anders dan Enterstone meent, heeft zij geen recht op "confrontatiegetuigenissen". En nu [getuige 4] reeds is gehoord, is een confrontatie met [getuige 1] uitgesloten, aldus Heineken.
5.De beoordeling van de grieven
grief Ilaakt Enterstone enkele feiten en omstandigheden die door de kantonrechter aan zijn beslissing ten grondslag zijn gelegd.
Grief IIen de daarop gegeven toelichting bestrijden het oordeel van de kantonrechter dat het intrekken van een (wettige) oproep, de rechter niet verplicht tot het bieden van de mogelijkheid die getuige opnieuw te mogen horen. Met
grief IIIbetoogt Enterstone dat de kantonrechter bij zijn oordeel de grenzen van de behoorlijke rechtspleging niet in acht heeft genomen, althans dat dit oordeel onvoldoende en/of onjuist is gemotiveerd. De grieven lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.