ECLI:NL:GHARL:2013:6862

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 september 2013
Publicatiedatum
18 september 2013
Zaaknummer
KS 24-001000-12 18-9-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest inzake terugkeerprocedure en identiteit van verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 september 2013 een tussenarrest gewezen in het kader van de Terugkeerrichtlijn en artikel 197 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte, geboren in 1976 en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. Tijdens de zitting op 4 september 2013 heeft de verdediging stukken overgelegd die betrekking hebben op de identiteit en nationaliteit van de verdachte. Het hof constateert dat het onderzoek niet volledig is geweest, omdat er geen informatie in het dossier aanwezig is over deze stukken. De advocaat-generaal heeft een vordering ingediend tot veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van zes weken, maar de verdediging heeft betoogd dat de verdachte niet kan worden verweten dat hij Nederland niet heeft verlaten, aangezien hij zijn identiteit en nationaliteit niet kan aantonen door een verlopen paspoort en het ontbreken van inschrijving in het geboorteregister.

Het hof heeft kennisgenomen van de argumenten van de verdediging en de bijlagen die zijn overgelegd, waaronder een schrijven van de advocate van de verdachte. Het hof is van mening dat het noodzakelijk is om meer informatie te verkrijgen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) over de stukken die betrekking hebben op de identiteit en nationaliteit van de verdachte. Het hof heeft besloten het onderzoek te heropenen en de advocaat-generaal te verzoeken om de benodigde informatie te verzamelen. De zaak zal worden hervat op een nog nader te bepalen datum, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw tijdig op de hoogte worden gesteld van de zitting.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 24-001000-12
Uitspraak d.d.: 18 september 2013
TEGENSPRAAK

Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 24 april 2012 in de strafzaak met parketnummer 07-165209-10 tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1976],
blijkens de ID-staat SKDB d.d. 4 september 2013 zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
blijkens eigen opgaaf ter terechtzitting in hoger beroep buiten detentie als verblijfplaats hebbende [verblijfplaats]
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. Flevoland, HvB Lelystad te Lelystad.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 4 september 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van feit 2 tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. I.V. Nagelmaker, naar voren is gebracht.
Door de raadsvrouw is, onder meer, als verweer gevoerd dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging omdat hem redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt dat hij Nederland niet heeft verlaten. Volgens de raadsvrouw wordt verdachte, wiens paspoort verlopen is, telkens tegengeworpen dat hij zijn identiteit en nationaliteit niet kan aantonen aangezien hij niet in het geboorteregister staat ingeschreven. De identiteit en nationaliteit van verdachte zijn evenwel bij de autoriteiten in Nederland en Suriname bekend.
Door de raadsvrouw van verdachte is in dit verband ter terechtzitting in hoger beroep een pleitnota met een aantal bijlagen overgelegd. Eén van deze bijlagen betreft een schrijven d.d. 21 september 2012 van mr. P.E.J.M. Bartels, naar het hof begrijpt verdachtes advocate in vreemdelingenzaken en bestuursrechtelijke zaken. Op pagina 2 van voornoemd schrijven staat vermeld dat: “
DT&V over een kopie van het Surinaams paspoort van betrokkene beschikt alsmede over een kopie van bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister van Paramaribo”. [1] Ter terechtzitting is ter sprake gekomen dat dit een kopie van het verlopen paspoort van verdachte betreft. Door de advocate is achter het blad ‘productie III’ een kopie van de gewaarmerkte verklaring omtrent afschrijving d.d. 13 september 2010 van het Centraal Bureau voor Burgerzaken gevoegd, waarop staat vermeld dat [verdachte], geboren op [1976] te [geboorteplaats] tot aan zijn afschrijving op 12 maart 2000 stond ingeschreven in het bevolkingsregister van [plaats]. Het hof stelt vast dat deze stukken verdachtes identiteit en nationaliteit betreffen.
Het bevreemdt het hof dat hiervan geen melding wordt gemaakt in de informatie van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) die door de advocaat-generaal aan het dossier is toegevoegd. In die informatie is aangegeven dat verdachte niet beschikt over documenten ter onderbouwing van zijn identiteit en nationaliteit. Dit wordt als een van de redenen genoemd waarom verdachte niet kan en kon terugkeren naar Suriname.
Gelet op het voorgaande is het onderzoek niet volledig geweest en dient het hof – met het oog op door de verdediging gevoerde verweren en overigens ook de vaststelling of de stappen van de terugkeerprocedure zijn doorlopen en of verdachte zonder geldige reden niet is teruggekeerd–
gedetailleerd en volledigvoorgelicht te worden omtrent voornoemde stukken – door tussenkomst van de advocaat-generaal – door de Immigratie- en naturalisatiedienst (IND) en DT&V. Hierbij dient specifiek aandacht besteed te worden aan de vraag of voornoemde stukken in het bezit zijn van de IND en/of DT&V. Indien dit het geval is, dient de vraag beantwoord te worden wat er met deze stukken ondernomen is door genoemde diensten met het oog op de terugkeer van verdachte naar Suriname en in het bijzonder of deze stukken aan de Surinaamse autoriteiten zijn voorgehouden. Indien voornoemde stukken aan de Surinaamse autoriteiten zijn voorgehouden, dient het hof
gedetailleerdeinformatie te ontvangen omtrent de reden van weigering door Surinaamse autoriteiten na het voorhouden van de stukken.
Gelet op het voorgaande, zal het onderzoek worden heropend.

BESLISSING

Heropent het onderzoek.
Stelt de stukken in handen van de advocaat-generaal met voormeld doel.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van verdachte en aan de benadeelde partij.
Aldus gewezen door
mr. W.M. van Schuijlenburg, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. A.J. Rietveld, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.E. van der Ploeg, griffier,
en op 18 september 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. O. Anjewierden is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Opmerking griffier: zowel het schrijven d.d. 21 september 2012, als de door de raadsvrouw bijgevoegde kopie van het bewijs van afschrijving van de inschrijving in het bevolkingsregister van [plaats] zijn aan dit tussenarrest gehecht als bijlagen.