Uitspraak
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Op te leggen straf
Oplegging van straf en/of maatregel
LJNBD2578) in ogenschouw nemend, stelt het hof het volgende vast. Het feit dateert van 30 december 2009, verdachte is op die datum tevens aangehouden en gehoord ter zake van dit feit. Naar het oordeel van het hof is op 30 december 2009 de redelijke termijn van berechting aangevangen. De zaak is in eerste aanleg binnen twee jaar geëindigd met een vonnis, namelijk op 31 januari 2011. Vervolgens heeft verdachte op 5 oktober 2011 hoger beroep ingesteld, waarna het dossier binnen 8 maanden, namelijk op 13 april 2012, bij het hof is binnengekomen. Voorts wordt de zaak bij dit arrest in hoger beroep binnen twee jaar vanaf het moment dat verdachte hoger beroep heeft ingesteld, afgedaan. Het hof is derhalve van oordeel dat er in het onderhavige geval, noch in de afzonderlijke fases, noch gelet op de totale duur, sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van berechting.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.