ECLI:NL:GHARL:2013:6853
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Y.A.J.M. van Kuijck
- J.W. Rijkers
- P.H.A.J. Cremers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van het openbaar ministerie tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland inzake terbeschikkingstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 augustus 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van het openbaar ministerie tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 8 mei 2013. De rechtbank had besloten dat de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde niet (voorwaardelijk) zou worden beëindigd. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.T.G. van Wandelen, en de advocaat-generaal, mr. E.J. Julsing-Nijenhuis.
Het hof heeft vastgesteld dat de beslissing van 8 mei 2013 is voorafgegaan door een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 31 januari 2013, waarin de termijn van de terbeschikkingstelling was verlengd. De officier van justitie had in zijn akte van beroep van 21 mei 2013 niet expliciet aangegeven dat het beroep ook tegen de beslissing van 31 januari 2013 was gericht, maar uit zijn proceshouding ter zitting van 24 april 2013 kon worden afgeleid dat hij dit wel bedoelde.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de officier van justitie geen belang heeft bij het hoger beroep, omdat hij zich kan verenigen met de beslissing van de rechtbank van 31 januari 2013. Het hof heeft geoordeeld dat de officier van justitie inderdaad geen belang heeft bij het instellen van het hoger beroep, zowel tegen de beslissing van 31 januari 2013 als tegen die van 8 mei 2013. Het hof heeft het openbaar ministerie dan ook niet-ontvankelijk verklaard in het beroep.
De uitspraak is gedaan door mr. Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter, mr. J.W. Rijkers en mr. P.H.A.J. Cremers als raadsheren, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, D.P. Post.