ECLI:NL:GHARL:2013:6713

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 september 2013
Publicatiedatum
12 september 2013
Zaaknummer
200.101.885-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteitszaak betreffende de verkoop van een tweedehands caravan met gebreken

In deze zaak gaat het om een non-conformiteitsgeschil tussen een verkoper en kopers van een tweedehands caravan. De verkoper, [appellante], heeft op 31 juli 2009 een caravan te koop aangeboden via Marktplaats, die op 3 augustus 2009 door de kopers, [geïntimeerden], is aangeschaft voor € 7.500,-. Na de aankoop hebben de kopers de caravan laten controleren door een deskundige, die op 2 april 2010 ernstige gebreken constateerde, waaronder kromme chassisbalken en een knik in de zijwand. De kopers hebben de verkoper vervolgens verzocht de gebreken te herstellen of hen schadeloos te stellen. De verkoper heeft de vordering betwist en in hoger beroep een nieuw deskundigenbericht ingebracht, maar het hof oordeelt dat de kopers onvoldoende bewijs hebben geleverd voor de gestelde gebreken. Het hof heeft de grieven van de verkoper gegrond verklaard en het vonnis van de rechtbank vernietigd, waarbij de vorderingen van de kopers zijn afgewezen. De kosten van de procedure zijn voor rekening van de kopers, die als in het ongelijk gestelde partij worden aangemerkt.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.101.885/01
(zaaknummer rechtbank Zwolle-Lelystad 183693/HZ ZA 11-405)
arrest van de tweede kamer van 10 september 2013
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats 1],
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
[appellante],
advocaat: mr. F.J.M. Kobossen, kantoorhoudend te Apeldoorn,
tegen

1.[geïntimeerde 1],

wonende te [woonplaats 2],
2. [geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats 2],
geïntimeerden,
in eerste aanleg: eisers,
hierna gezamenlijk te noemen:
[geïntimeerden],
advocaat: mr. M.A.K. Rahman, kantoorhoudend te Breda.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 16 april 2013 hier over.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
[appellante] heeft een akte uitlating genomen waarop [geïntimeerden] heeft gereageerd in een antwoordakte.
1.2
Ten slotte zijn de stukken overgelegd voor arrest en heeft het hof arrest bepaald.

2.De feiten

2.1
De rechtbank heeft onder 2 (2.1 t/m 2.8) van het bestreden vonnis feiten vastgesteld waartegen geen grieven zijn gericht en ook niet anderszins van bezwaren is gebleken, zodat ook het hof van die feiten heeft uit te gaan.
2.2
[appellante] drijft een eenmanszaak onder naam Handelsonderneming [X] (hierna: [X]) met als bedrijfsomschrijving: “handelsonderneming in ongeregelde goederen". [A] (hierna: [A]) is gevolmachtigde van [A].
2.3
[appellante] heeft op 31 juli 2009 via www.marktplaats.nl een tourcaravan, merk Caravelair, type Antares Luxe Ambiance, bouwjaar 2004, voor een koopprijs van € 7.500,- aangeboden. In de advertentie is onder meer vermeld:
“De caravan is zeer goed onderhouden en ziet er top uit”.
2.4
Na een bezichtiging hebben [geïntimeerden] de caravan van [appellante] gekocht op 3 augustus 2009. De factuur/koopovereenkomst vermeldt onder meer:
“Aan u geleverdTourcaravan
-
lampjes zijkant 2x vervangen
-
schroefjes gasstel vastzetten/inzetten/repareren
-
wassen
-
kraan keuken repareren/werking controleren
-
7polig op de auto verloopstekker meedoen
-
verlichting
2.5
Op 7 augustus 2009 hebben [geïntimeerden] de aankoopprijs van € 7.500,- voldaan.
2.6
Ter uitvoering van de op de factuur/koopovereenkomst genoemde werkzaamheden heeft [appellante]de caravan afgeleverd bij Twenteland Caravans te Hengelo. Nadat deze de werkzaamheden had uitgevoerd, is de caravan op 22 augustus 2009 door [geïntimeerden] in Hengelo opgehaald.
2.7
[geïntimeerden] hebben de caravan daarna gestald bij Caravanstalling [Y] te (hierna: [Y]) [plaats].
2.8
In het voorjaar van 2010 hebben [geïntimeerden] [Z] te Almere verzocht een algehele controle van de caravan uit te voeren. [Z] heeft deze controle op 2 april 2010 uitgevoerd en daarvan, na voorafgaande telefonische mededeling aan
[geïntimeerden], bij brief van 25 april 2010 verslag gedaan. In dat verslag is onder meer vermeld:
“Wij hebben geconstateerd na een onderzoek op 2 april 2010 dat:Beide chassisbalken en de bijbehorende oplooprem krom zijn.Schatting van de kostenpost hiervan is plm. € 3000,-
De rechterzijwand heeft een knik. Deze behoort geheel vervangen te worden.Kostenpost ong. € 6000,-
De vloer is op diverse plaatsen gebrokenKostenpost tevens enkele duizenden euro’s.
Kortom: deze caravan is absoluut total loss verklaard en had absoluut niet in deze staat verkocht mogen worden.
De gebogen chassisbalken zijn mij op de zaak opgevallen. De overige gebreken zijn gebleken na een half uurtje onderzoek van de totale caravan. Ook de knikken in de zijwand zijn voor een leek niet waarneembaar.De verkoper kan zeker geweten hebben dat deze caravan niet verkocht had mogen worden.
Ons inziens is het onverantwoord om met deze caravan de weg op te gaan.Ik ben ervan overtuigd dat in de databanken van verzekeringsmaatschappijen dit naar voren zal komen.
In de praktijk worden dit soort caravans voor luttele bedragen doorverkocht met de doelstelling om ze in ieder geval verkeersveilig te maken en dan voor een lager bedrag ivm de resterende schades door te verkopen. In dit geval is dat eerste niet gebeurd."
2.9
Bij brief van 22 april 2010 hebben [geïntimeerden] [appellante] geïnformeerd over de door [Z] geconstateerde mankementen en daarbij [appellante] verzocht de caravan te herstellen dan wel [geïntimeerden] schadeloos te stellen.
2.1
In een brief van 16 juni 2010 schrijft mr. A.K. Ramdas (advocaat van [geïntimeerden]) aan mr. F.J.M. Kobossen (advocaat van [appellante]) onder meer:
“Op 3 augustus 2009 heeft cliënte met uw cliënt een overeenkomst gesloten terzake van een tourcaravan van het merk Caravelair Antares ad. € 7.500,-.”en
“Namens cliënte heb ik de opdracht gekregen om uw cliënt in den rechte te betrekken. Echter alvorens dit te doen, geef ik uw cliënt de gelegenheid om binnen 7 dagen na dagtekening van deze brief aan te geven of uw cliënt bereid is de koopsom, vermeerderd met wettelijke rente te restitueren, …”
2.11
In het proces-verbaal van de voor de rechtbank in eerste aanleg gehouden comparitie van 8 november 2011 is onder meer het volgende vermeld:
“Mr. Rahman verklaart:[geïntimeerden] vordert onder 1 van het petitum van de dagvaarding een bedrag van EUR 7.844,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van EUR 7.500,-. De vordering wat betreft het bedrag aan stallingskosten ad EUR 344,- wordt ingetrokken. Voorts dient het gevorderde onder II in stand te blijven en kan het gevorderde onder III buiten beschouwing worden gelaten.”
2.12
Op 11 april 2012 heeft in de caravanstalling van [Y] een bezichtiging van de caravan plaatsgevonden. In een daarvan gemaakt rapport van 3 mei 2012 (ondertekend door [B], Twenteland caravans, Zaagstraat 10, Hengelo) is onder meer geschreven:
“Aanwezig: [geïntimeerden], de heer [A] en de heer [B].Onderzoek aspecten: Vloer, Wanden en Dissel van de caravan.
In opdracht van de [geïntimeerden] en de Heer [A] is een bezichtiging gedaan aan de caravan van de [geïntimeerden]. Caravelair Antares 510 met het kenteken: [kenteken].
Vloer: In bijzijn van alle betrokkenen is de vloer aan een inspectie onderworpen. Er zijn geen gebreken/breuk geconstateerd. Betrokkenen hebben dit ook bevestigd.
Wanden: Alle wanden van de caravan zijn geïnspecteerd. Er is geen knik geconstateerd. (zie in de bijlage foto 4, 5, 6, 7).
Dissel: Geconstateerd is dat de dissel een gebrek vertoond, Zichtbaar is een knik. (zie in de bijlage Foto 1, 2, 3).
Tijdens het onderzoek is de heer [A] aangesproken op het gebrek aan de dissel alsmede ook de heer [geïntimeerde 1]. Geen van deze personen bevestigt dat het gebrek aan de dissel ook alaanwezig was bij de levering. Ook ondergetekende, die destijds de caravan aan een controle heeft onderworpen, heeft op dat moment geen gebrek aan de dissel geconstateerd. Het gebrek is vermoedelijk in de periode na de feitelijke aflevering ontstaan, bijvoorbeeld door aanrijding in de caravanstalling, gat in wegdek, slingeren van de caravan.”

3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

3.1
[geïntimeerden] vorderen betaling door [appellante] van € 7.844,- (de koopprijs van de caravan en de stallingskosten) met rente en kosten.
3.2
De rechtbank heeft de vordering toegewezen.

4.De grieven

4.1
[appellante] heeft drie grieven opgeworpen die de gehele beoordeling van het geschil door de rechtbank omvatten. De grieven worden gezamenlijk beoordeeld. [appellante] beperkt het hoger beroep tot enkele thema’s waaronder haar standpunt dat de caravan geen gebreken vertoonde en dat van non-conformiteit geen sprake was. Nu de vordering van
[geïntimeerden] gebaseerd is op non-conformiteit zal het hof daarop eerst ingaan.
4.2
[geïntimeerden] baseert zich bij de onderbouwing van de door haar gestelde gebreken vooral op de brief van 25 april 2010 van [Z] (hierna: [Z]), waarin verslag wordt gedaan van een op 2 april 2010 door [Z] gehouden ‘algehele controle’ van de caravan (zie onder 2.8.). Volgens [Z] vertoont de caravan drie gebreken: (a) beide chassisbalken en de bijbehorende oplooprem zijn krom; (b) de rechterzijwand van de caravan vertoont een knik en (c) de vloer van de caravan is op diverse plaatsen gebroken.
4.3
Het onderzoek door [Z] heeft plaatsgevonden in opdracht van [geïntimeerden] zonder dat [appellante] daarbij betrokken is geweest. Op welke wijze het onderzoek heeft plaatsgevonden wordt niet vermeld terwijl de opmerking van [Z] dat hij pas na een half uur onderzoek een knik in de zijwand heeft waargenomen dienaangaande vragen oproept. Voorst is gesteld noch aannemelijk gemaakt dat [Z] bijzondere deskundigheid vertegenwoordigt voor het beoordelen van de schade aan caravans. Dit is te meer van belang daar de door [Z] genoemde gebreken grotendeels worden weersproken door [B] die in aanwezigheid van beide partijen (althans zo merkt de deskundige in zijn rapport op zonder dat daartegen door [geïntimeerden] bezwaren zijn gemaakt) de caravan heeft beoordeeld. [B] is ook de reparateur die korte tijd na aankoop van de caravan de door partijen in de factuur/koopovereenkomst genoemde gebreken heeft hersteld (zie onder 2.4.). [B] constateert een verbogen dissel maar geeft aan dat deze verbuiging destijds door hem niet is waargenomen en noemt daarvoor meerdere mogelijke verklaringen, die zich na aflevering door [appellante] kunnen hebben voorgedaan.
4.4
De door [geïntimeerden] overgelegde e-mail van 26 juni 2012 met een nader commentaar van [Z] voegt ter onderbouwing van hun standpunt aan het vorenstaande onvoldoende toe. Niet alleen mist deze verklaring een nadere onderbouwing en specificatie van de gebreken maar zonder toelichting, welke ontbreekt, is onduidelijk of een “vouw” in “een van de” zijwanden hetzelfde is als een knik in de rechter zijwand en of een “kraaklijn” in de vloer hetzelfde is als “diverse breuken” van de vloer. Dit is te meer bezwaarlijk daar ook dit nadere verslag tot stand is gekomen buiten medewerking en/of aanwezigheid van [appellante], terwijl de toonzetting van het verslag weinig zakelijk is.
4.5
In het licht van het vorenstaande is het hof van oordeel dat [geïntimeerden] de door hen gestelde gebreken aan de zijwand en de vloer van de caravan onvoldoende hebben bewezen en hoewel zij in hun memorie van antwoord volhouden dat die gebreken bestaan, ontbreekt een aanbod tot (nader) bewijs daarvan. Het algemene bewijsaanbod aan het eind van de memorie van antwoord waarin [geïntimeerden] aanbieden “enige stellingen” te bewijzen indien zij die moeten te bewijzen, is in hoger beroep onvoldoende specifiek. Hoewel het [geïntimeerden] zijn op wie de bewijslast voor de gestelde gebreken rust, zijn het juist [geïntimeerden] die zich in hun antwoordakte verzetten tegen benoeming door het hof van een deskundige. Het hof zal daarvan mede om die reden afzien.
4.6
Wat overblijft, is de verbogen dissel. Dat sprake is van een mankement aan de dissel staat voldoende vast nu zowel [Z] als [B] dit hebben geconstateerd. Voor het bestaan van non-conformiteit gaat het echter om gebreken die bestonden
ten tijdevan de aflevering. Ook daartoe dienen [geïntimeerden] feiten en omstandigheden te stellen. Hoewel [appellante] heeft gesteld dat de caravan ten tijde van de aflevering geen gebreken vertoonde, hebben [geïntimeerden] geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat dit wel het geval is. Daartoe bestond in het licht van de verklaring van [B] dat hij bij een controle van de caravan kort na aflevering daarvan geen gebrek aan de dissel heeft geconstateerd alle aanleiding. De verklaring van [B] dat het gebrek
“vermoedelijk in de periode na de feitelijke aflevering is ontstaan, bijvoorbeeld door aanrijding in de caravanstalling, gat in wegdek, slingeren van de caravan.” wordt door [geïntimeerden] evenmin weersproken. Zij volstaan met het betoog dat [B] onvoldoende en onjuist heeft onderzocht en dat [B] geen onafhankelijke deskundige is, terwijl stelplicht en bewijslast nu juist op hen rusten. [geïntimeerden] hebben onvoldoende onderbouwd dat er ten tijde van de aflevering sprake was van een verbogen dissel, verbogen chassisbalken en/of oplooprem.
4.7
Op grond van het vorenstaande kan niet worden aangenomen dat sprake is van non-conformiteit van de door [appellante] afgeleverde caravan. Bij bespreking van haar grieven voor het overige heeft [appellante] geen belang.

5.Slotsom

Nu de grieven in zoverre slagen dat van non-conformiteit geen sprake is, zal het hof het vonnis waarvan beroep vernietigen en de vorderingen van [geïntimeerden] alsnog afwijzen. [geïntimeerden] zullen als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in eerste aanleg (2 punten, tarief I (€ 632,-) en in hoger beroep (2,5 punt, tarief I).
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het bestreden vonnis van 18 januari 2012 en opnieuw rechtdoende:
wijst de vorderingen van [geïntimeerden] af;
veroordeelt [geïntimeerden] in de kosten van het geding in beide instanties en begroot die tot aan deze uitspraak aan de zijde van [appellante] in eerste aanleg op € 313,- aan verschotten en € 1.264,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat, in hoger beroep op € 392,12 aan verschotten en € 1.580,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat;
verklaart dit arrest voor wat betreft de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad;
Dit arrest is gewezen door mrs. K.M. Makkinga, G. van Rijssen en B.J.H. Hofstee en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag
10 september 2013.