In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, die op 31 mei 2013 de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde had afgewezen. De terbeschikkinggestelde, geboren in Joegoslavië, verblijft in een kliniek en heeft in het verleden een antisociale persoonlijkheidsstoornis en trekken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis gediagnosticeerd gekregen. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. J.C. de Goeij, gehoord, evenals de advocaat-generaal, mr. M.J.M. van der Mark, en deskundigen van FPC Dr. S. van Mesdag.
Het hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de persoonlijkheidsstoornis van de terbeschikkinggestelde is verdwenen of dat er geen recidivegevaar meer is. De deskundigen hebben aangegeven dat, hoewel er positieve ontwikkelingen zijn in de behandeling van de terbeschikkinggestelde, er nog steeds risico's zijn die de verlenging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd, met de mogelijkheid om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen, afhankelijk van de rapportage van de reclassering.
De zaak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige beoordeling van de geestelijke gezondheid van terbeschikkinggestelden en de impact van hun behandeling op de veiligheid van de samenleving. Het hof heeft besloten om het onderzoek te heropenen en de reclassering te verzoeken om een rapportage over de voorwaarden waaronder de terbeschikkinggestelde in de samenleving kan terugkeren. De volgende zitting is gepland op 28 november 2013.