ECLI:NL:GHARL:2013:6597

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
6 september 2013
Publicatiedatum
6 september 2013
Zaaknummer
KS 21-001045-13 6-9-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging tot doodslag en veroordeling openlijke geweldpleging met gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is vrijgesproken van poging tot doodslag, maar is wel veroordeeld voor openlijke geweldpleging tot een gevangenisstraf van zes maanden. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 21 januari 2012, waarbij de verdachte samen met anderen betrokken was bij een gewelddadige confrontatie met het slachtoffer, die het gevolg was van een langdurige vete tussen de families van de verdachte en het slachtoffer. Het hof oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de risico's van de confrontatie, maar desondanks in de auto is gestapt om naar de plaats van het voorval te gaan. Tijdens de vechtpartij heeft de verdachte het slachtoffer geschopt, maar er was onvoldoende bewijs dat hij een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de schietpartij die plaatsvond. Het hof concludeerde dat er geen sprake was van een gezamenlijk plan en dat de verdachte niet kan worden aangemerkt als medepleger van de poging tot doodslag. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. De uitspraak benadrukt de ernst van openlijke geweldpleging en de impact daarvan op de samenleving.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001045-13
Uitspraak d.d.: 6 september 2013
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 oktober 2012 in de strafzaak met parketnummer 07-650068-12 tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1950],
wonende te [woonplaats], [adres].

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 5 maart 2013 en 23 augustus 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het onder 1 primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De advocaat-generaal heeft tevens gevorderd de vordering van de benadeelde partij bij wijze van voorschot toe te wijzen tot een bedrag van
€ 31.158,50, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. A.R. Maarsingh, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 21 januari 2012 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade [benadeelde] (geboren [1994]) van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans éénmaal, met een vuurwapen in/op/tegen het lichaam van die [benadeelde] heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 januari 2012 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon (te weten [benadeelde]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel (beschadiging van lever, twaalfvingerige darm en overig darmpakket en/of beschadiging van wervelkolom en ruggenmerg (dwarslaesie) laag op de rug, waardoor een volledig slappe verlamming van het onderlichaam en benen is veroorzaakt en/of beschadiging van het bekken (met name links) en/of diverse levensbedreigende schotwonden/schotverwondingen en/of ernstig vitaal letsel), heeft toegebracht door deze opzettelijk en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans éénmaal, met een vuurwapen in/op/tegen het lichaam te schieten en/of meermalen, althans éénmaal, (met kracht) te schoppen en/of te trappen en/of te stompen en/of te slaan op/tegen het hoofd en/of het lichaam;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 januari 2012 in de gemeente [gemeente] met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straat1], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde], welk geweld bestond uit het (opzettelijk gewelddadig)
- indringen op en/of insluiten en/of aanvallen van die [benadeelde] en/of
- meermalen, althans eenmaal, schieten met een vuurwapen in/op/tegen het lichaam van die[benadeelde] en/of
- meermalen, althans éénmaal, (met kracht) schoppen en/of trappen en/of stompen en/of slaan op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [benadeelde];
2:
hij op of omstreeks 21 januari 2012 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een vuurwapen van Categorie III, te weten een 5-schots revolver merk Taurus, model .38 special en/of munitie van categorie III te weten één of meerdere kogels/patronen/hulzen, merk Geco, .38 special voorhanden heeft/hebben gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof is met de raadsman van oordeel dat verdachte ten aanzien van het onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken.
Uit de stukken die zich in het dossier bevinden blijkt niet dat verdachte een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de schietpartij die heeft plaatsgevonden in de vroege avond van zaterdag 21 januari 2012 aan de [straat1] te [plaats] en die heeft geleid tot de onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde verdenking. Evenmin blijkt uit de processtukken dat er sprake is geweest van een gezamenlijk gesmeed plan waarbij de verdachte betrokken was om tot deze ten laste gelegde feiten te komen. Gelet hierop is het hof van oordeel dat er geen sprake is van een dusdanige nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde, op grond waarvan medeplegen in de zin van artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht bewezen zou kunnen worden. Het hof zal verdachte derhalve ten aanzien van het onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.
Mede in het licht van het vorenstaande is het hof voorts met de raadsman van oordeel dat verdachte ook ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. Het strafdossier bevat onvoldoende bewijs dat verdachte het vuurwapen en/of de munitie voorhanden heeft gehad.

Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde

De raadsman van verdachte heeft ter zitting eveneens bepleit verdachte ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde vrij te spreken, nu dit feit naar het oordeel van de raadsman evenmin wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging gekregen, dat verdachte het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1
meer subsidiair:
hij op 21 januari 2012 in de gemeente [gemeente] met anderen, op de openbare weg, de [straat1], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde], welk geweld bestond uit het opzettelijk gewelddadig
- aanvallen van die [benadeelde] en
- meermalen schoppen en stompen tegen het hoofd en/of lichaam van die [benadeelde].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 21 januari 2012 te [plaats] samen met anderen schuldig gemaakt aan - kort samengevat - openlijke geweldpleging. Aan de basis van het onderhavige voorval met een uiteindelijk desastreuze afloop voor [benadeelde] staat een langlopende vete tussen de familie van verdachte en de familie van het slachtoffer, waarvan de aanleiding wordt gevormd door roddel en achterklap in de familiekring.
Verdachte werd deze bewuste avond door zijn schoonzoon van huis gehaald met de mededeling dat diens oudste zoon [kleinzoon1]) op dat moment werd lastig gevallen door de familie van het latere slachtoffer. Verdachte is toen samen met zijn kleinzoon [kleinzoon2] (broer van voornoemde [kleinzoon1]) bij zijn schoonzoon in de auto gestapt en gedrieën zijn ze toen naar de [straat2] in [plaats] gereden. Aldaar aangekomen zien ze even later het latere slachtoffer in de [straat1] staan en volgt de vechtpartij waarbij ook een vuurwapen wordt ingezet.
Het hof rekent het verdachte zwaar aan dat hij die avond is meegegaan. Verdachte wist van deze vete en diende zich, gezien het verleden, te realiseren dat bij het bewust zoeken van de confrontatie met de ‘tegenstanders’ de kans levensgroot was dat het zou kunnen escaleren. Desondanks is verdachte in de auto gestapt. Nadat er eerst een confrontatie was ontstaan tussen het slachtoffer en de schoonzoon van verdachte is verdachte – samen met zijn kleinzoon – uit de auto gestapt en is gaan meevechten en heeft het slachtoffer geschopt.
Doordat verdachte is gaan meevechten werd het nog jeugdige slachtoffer (toen 17 jaar oud) - die op dat moment er alleen voor stond - uiteindelijk belaagd door drie volwassen kerels. Voor zover verdachte stelt dat hij met zijn schoonzoon was meegegaan in verband met het lastig vallen van [kleinzoon1], wijst het hof er op dat verdachte en zijn mededaders toen niet eerst hebben nagegaan of [kleinzoon1] zich nog steeds in een door hem als bedreigend ervaren situatie bevond, terwijl [benadeelde] op dat moment in ieder geval geen bedreiging voor verdachte zelf vormde. Een dergelijk gewelddadig optreden in vereniging gepleegd in een winkelstraat onder het oog van het talrijk aanwezig publiek is zeer bedreigend en versterkt de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Verdachte heeft door zijn handelen hieraan wezenlijk bijgedragen.
Het hof neemt in aanmerking het de verdachte betreffende uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 19 juni 2013, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Het hof is met de rechtbank van oordeel dat hier een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf passend en noodzakelijk is omdat de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Het hof zal verdachte derhalve - conform het vonnis van de rechtbank - een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur opleggen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 141.238,17. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Verklaart de benadeelde partij M.M.M. de Vries in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door
mr. L.T. Wemes, voorzitter,
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo en mr. E. de Witt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 6 september 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.