Uitspraak
hoger beroepingesteld door:
591avan het Wetboek van Strafvordering.
OVERWEGINGEN
Op grond van artikel 90, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe, naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Dat brengt het hof tot het oordeel dat de gedeclareerde tijd bovenmatig geacht moeten worden. Hierbij is in het bijzonder gelet op de door de raadsvrouw in rekening gebrachte hoeveelheid voorbereidingstijd. Voorts is ook door twee advocaten tegelijkertijd aan de zaak gewerkt en zijn voor beide advocaten de volledige uren in rekening gebracht tegen een hoog uurtarief . Daarnaast komt overeenkomstig het beleid van het hof de gedeclareerde reistijd slechts voor de helft voor vergoeding in aanmerking. Het hof zal gelet op het voorgaande tot een lagere vergoeding komen dan gevorderd en op gronden van billijkheid als vergoeding voor de kosten van rechtsbijstand toekennen een bedrag van € 15.000,= (inclusief BTW).