Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
de advocaat-generaal bij het ressortspakket Arnhem-Leeuwarden,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van het openbaar ministerie tot doorhaling van een latere erkenning en verbetering van de geboorteakte van een minderjarige. De zaak betreft de erkenning van de minderjarige door verzoeker, die in 2004 heeft plaatsgevonden. De moeder van de minderjarige was ten tijde van de erkenning gehuwd met een andere man, [belanghebbende 2], wat aanleiding gaf tot het verzoek van het openbaar ministerie. Het hof verwijst naar de eerdere beschikking van de rechtbank Utrecht van 31 oktober 2012, waarin het verzoek van het openbaar ministerie was toegewezen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 juni 2013 is de verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, verschenen. De advocaat-generaal en de ambtenaar van de burgerlijke stand waren ook betrokken bij de procedure. Het hof heeft vastgesteld dat er een Poolse uitspraak is die bevestigt dat [belanghebbende 2] niet de vader van de minderjarige is. Dit vonnis is op 19 juli 2005 onherroepelijk geworden en heeft terugwerkende kracht.
Het hof heeft overwogen dat de erkenning door verzoeker rechtsgeldig is, ondanks het huwelijk van de moeder met [belanghebbende 2] ten tijde van de erkenning. De erkenning is nietig verklaard op basis van de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek, maar het hof concludeert dat de erkenning door verzoeker geldig blijft. Het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van het openbaar ministerie tot doorhaling van de erkenning af.