ECLI:NL:GHARL:2013:6556
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugwijzing van de zaak naar de rechtbank Noord-Nederland na wijziging van de tenlastelegging in een strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 15 oktober 2009, waarin de politierechter de wijziging van de tenlastelegging had toegestaan. Het hof oordeelde dat de wijziging van de tenlastelegging, die betrekking had op oplichting en (gewoonte)witwassen, terecht was toegelaten door de politierechter. Echter, het hof stelde vast dat de politierechter de behandeling van de zaak niet had mogen voortzetten zonder de verdachte op de hoogte te stellen van de wijziging, wat in strijd was met artikel 314, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte in zijn verdediging was geschaad.
Het hof heeft de zaak teruggeworpen naar de rechtbank Noord-Nederland, zodat deze met inachtneming van het arrest opnieuw recht kan doen. De beslissing van het hof is gebaseerd op de overweging dat de juridische aard van de feiten en de gedragingen van de verdachte niet zodanig uiteenlopen dat er geen sprake kan zijn van 'hetzelfde feit' in de zin van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht. De strafbaarstellingen van oplichting en (gewoonte)witwassen en van oplichting en verduistering zijn immers gericht op de bescherming van de integriteit van het financieel en economisch verkeer. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de zaak terug te wijzen naar de rechtbank gehonoreerd, en heeft de uitspraak gedaan in tegenwoordigheid van de griffier.