Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Vrijspraak
NJ2013, 355 teruggewezen naar dit hof.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze strafzaak, die door de Hoge Raad is teruggewezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, stond de rechtsgeldigheid van de toestemming tot binnentreden en doorzoeken van de woning van de verdachte centraal. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De Hoge Raad had eerder geoordeeld dat er geen voldoende redelijk vermoeden van schuld bestond voor de doorzoeking van de woning op 23 januari 2007. Het hof heeft vastgesteld dat de toestemming die door de verdachte zou zijn verleend, niet rechtsgeldig was. Dit oordeel is gebaseerd op de eisen die voortvloeien uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat de bescherming van het huisrecht waarborgt. Het hof concludeert dat de verbalisanten zich niet hebben gelegitimeerd en het doel van de doorzoeking niet hebben meegedeeld aan de verdachte. Hierdoor was de toestemming tot binnentreden ontoereikend en niet rechtsgeldig, wat leidde tot bewijsuitsluiting van het in beslag genomen kinderpornografisch materiaal. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig bewijs was voor een veroordeling. De beslissing van het hof benadrukt het belang van rechtsgeldige toestemming en de bescherming van grondrechten in het strafproces.