Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
27 augustus 2013
heffingsambtenaarvan de
gemeente Doetinchem(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X BV te Z] tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin de waarde van twee bouwpercelen is vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Doetinchem. De heffingsambtenaar had de waarde van de percelen per waardepeildatum 1 januari 2011 vastgesteld op respectievelijk € 626.000 en € 1.162.000. De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep is gegaan. Tijdens de zitting op 9 april 2013 heeft belanghebbende betoogd dat de waarde van de percelen lager moet worden vastgesteld, omdat de ontwikkelingsmogelijkheden door een wijziging in het bestemmingsplan zijn verminderd. De heffingsambtenaar daarentegen stelt dat de huidige mogelijkheden beter zijn dan ten tijde van de aankoop van de percelen.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar niet heeft aangetoond dat de vastgestelde waarde van de percelen per waardepeildatum niet te hoog is. De heffingsambtenaar heeft de aankoopprijzen van de percelen en verkoopprijzen van vergelijkbare percelen in zijn taxatie betrokken, maar het hof concludeert dat deze niet als uitgangspunt kunnen dienen. De omstandigheden rondom de percelen zijn sinds de aankoop veranderd, waardoor de ontwikkelmogelijkheden zijn verminderd. Het hof heeft uiteindelijk de waarde van de percelen vastgesteld op € 40 per m², wat resulteert in een nieuwe waarde van € 447.800 voor perceel A en € 707.800 voor perceel B.
De uitspraak van de rechtbank en de heffingsambtenaar zijn vernietigd, en de heffingsambtenaar is veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 27 augustus 2013.