ECLI:NL:GHARL:2013:6293
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Raadkamer
- W.M. van Schuijlenburg
- G.M. Meijer-Campfens
- L.J. Hofstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de beschikking tot verlenging van de gevangenhouding van verdachte met betrekking tot noodweer(exces)
Op 27 augustus 2013 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Overijssel, waarbij de verlenging van de gevangenhouding van de verdachte was bevolen. De verdachte, geboren in 1978 en thans verblijvende in de P.I. Overijssel - HvB Zwolle, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 24 juli 2013. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de raadsman, mr. D. Moszkowicz, een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank beoordeeld en gehoord de advocaat-generaal, de verdachte en zijn raadsman. Het hof is van oordeel dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan, maar dat de onderzoeksgrond niet meer aanwezig is. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat het beroep van de verdachte op noodweer of noodweerexces kans van slagen heeft.
Het hof heeft geconcludeerd dat, hoewel de onderzoeksgrond nog aanwezig is, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, de kans op slagen van het beroep op noodweer of noodweerexces aanzienlijk maken. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd, de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de gevangenhouding afgewezen en de voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven. Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis behoeft geen verdere beoordeling meer.
De beslissing van het hof is als volgt: de beschikking waarvan beroep wordt vernietigd, de vordering tot verlenging van de gevangenhouding wordt afgewezen en het bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter en de andere rechters in tegenwoordigheid van de griffier.