ECLI:NL:GHARL:2013:6291
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Raadkamer
- W.M. van Schuijlenburg
- G.M. Meijer-Campfens
- L.J. Hofstra
- Rechtspraak.nl
Vernietiging beschikking gevangenhouding en bevel tot gevangenhouding voor 90 dagen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank, waarbij de gevangenhouding van de verdachte was bevolen. De rechtbank had in haar beschikking vermeld dat de raadkamer uit twee leden bestond, terwijl het proces-verbaal van het onderzoek in raadkamer aangaf dat de samenstelling uit drie rechters bestond. Dit leidde tot de conclusie dat de beschikking van de rechtbank een kennelijke omissie bevatte. Volgens artikel 21, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering dient de raadkamer in dit geval uit drie leden te bestaan. Het gerechtshof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd, maar geen reden gezien om de gevangenhouding van de verdachte op te heffen.
Het hof heeft de vordering tot gevangenhouding van de officier van justitie beoordeeld en besloot de gevangenhouding van de verdachte voor een termijn van 90 dagen te bevelen. De ernst van de bezwaren tegen de verdachte was volgens het hof voldoende om deze beslissing te rechtvaardigen. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht, en de uitspraak is gedaan op 26 augustus 2013 door het gerechtshof in Leeuwarden.
De zaak benadrukt het belang van de juiste samenstelling van de raadkamer en de noodzaak om de wettelijke vereisten in acht te nemen bij het nemen van beslissingen over voorlopige hechtenis. De uitspraak van het hof bevestigt dat, ondanks de procedurele fout van de rechtbank, de gronden voor de voorlopige hechtenis nog steeds aanwezig waren, wat leidde tot de beslissing om de gevangenhouding te handhaven.