Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
LJN:ZC2640). Bij rolbeschikking van 2 oktober 2012 is reeds gemotiveerd beslist dat en waarom aan de op 11 september 2012 gegeven beslissingen wordt vastgehouden. De weigering van de akte van [appellant] op 12 maart 2013 is in lijn met deze rolbeschikking. Voorts is naar het oordeel van het hof op de rolkaart op 12 maart 2013 op juiste gronden vermeld "zaak staat ten onrechte voor beraad pp", gelet op het bepaalde in artikel 2.16 van het landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven. Op grond van die bepaling wordt de zaak immers rechtstreeks naar de rol verwezen voor arrest indien het recht op het nemen van de memorie van grieven is vervallen.