ECLI:NL:GHARL:2013:6019

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 augustus 2013
Publicatiedatum
13 augustus 2013
Zaaknummer
200.131.034
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een zaak naar een ander gerechtshof wegens werkrelatie tussen advocaat en gerechtshof

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, werd op 13 augustus 2013 een arrest in kort geding gewezen. De zaak betreft een hoger beroep dat is ingesteld door een rechtspersoon naar het recht van [land], gevestigd te [stad] ([land]), hierna aangeduid als appellante. De appellante werd vertegenwoordigd door de advocaten mrs. H.A. de Savornin Lohman en S.C.M. van Thiel. De tegenpartij bestond uit de N.V. Nederlandse Spoorwegen, de NS Financial Services Company en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, vertegenwoordigd door mrs. B.J. Korthals Altes-Van Dijk en mr. A.A.H.J. Huizing.

Het hof verwijst naar het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013, waarin de appellante als eiseres in conventie en de NS, NS FSC en NMBS als gedaagden in conventie zijn aangemerkt. De procedure in hoger beroep begon met de dagvaarding van 26 juli 2013.

Tijdens de behandeling van de zaak werd duidelijk dat advocaat mr. [advocaat], die de NS en NS FSC vertegenwoordigde, als raadsheer-plaatsvervanger werkzaam was in het hof. Dit leidde tot een belangenconflict, waardoor het hof op basis van artikel 62b van de Wet op de rechterlijke organisatie besloot de zaak te verwijzen naar het gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling.

Het hof heeft in zijn beslissing uiteengezet dat de zaak niet verder door hen behandeld kan worden vanwege de werkrelatie van de advocaat met het hof. Het arrest is in het openbaar uitgesproken en ondertekend door de oudste raadsheer in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.131.034
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland C/16/346407)
arrest in kort geding van de tweede kamer van 13 augustus 2013
in de zaak van
de rechtspersoon naar het recht van [land]
[appellante],
gevestigd te [stad] ([land]),
appellante,
hierna: [appellante],
advocaten: mrs. H.A. de Savornin Lohman en S.C.M. van Thiel,
tegen:

1.de naamloze vennootschapN.V. Nederlandse Spoorwegen,gevestigd te Utrecht,2. de rechtspersoon naar het recht van IerlandNS Financial Services Company,gevestigd te Dublin (Ierland),

hierna: NS en NS FSC,
advocaten: mrs. B.J. Korthals Altes-Van Dijk en [advocaat],
3. de naamloze vennootschap naar publiek recht, rechtspersoon naar het recht van België
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen,
gevestigd te Sint-Gilles (Brussel, België),
hierna: NMBS,
advocaat: mr. A.A.H.J. Huizing,
geïntimeerden.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van
3 juli 2013 dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, tussen [appellante] als eiseres in conventie en verweerster in reconventie en NS, NS FSC en NMBS als gedaagden in conventie en eiseressen in reconventie heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 26 juli 2013.
2.2
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

3.De motivering van de beslissing

Advocaat mr. [advocaat] van NS en NS FSC is als raadsheer-plaatsvervanger werkzaam in dit hof. Nu het hof op deze wijze betrokkenheid bij de zaak heeft, zal het hof op grond van art. 62b van de Wet op de rechterlijke organisatie de zaak voor verdere behandeling verwijzen naar het gerechtshof Amsterdam, welk hof voor dit doel is aangewezen in het Zaaksverdelingsreglement van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gepubliceerd in
Staatscourant2013 nr. 565.

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep in kort geding:
verwijst de zaak ter verdere behandeling naar het gerechtshof Amsterdam.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.E. de Boer, Th.C.M Willemse en D. Stoutjesdijk, is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de oudste raadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2013.