ECLI:NL:GHARL:2013:5916

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 augustus 2013
Publicatiedatum
9 augustus 2013
Zaaknummer
21-003852-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met een dier

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in Marokko in 1967 en thans verblijvende in een huis van bewaring, was aangeklaagd voor het plegen van ontuchtige handelingen met een dier, specifiek een geit of een schaap, op of omstreeks 9 december 2011 te Utrecht. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen, waaronder het openen van zijn gulp en het vastpakken van het dier bij de heupen of achterpoten.

Tijdens de zitting op 26 juli 2013 heeft het hof het bewijs beoordeeld, inclusief de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging door de raadsman van de verdachte, mr. M.H.H. Meulemeester. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft geacht. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte schuldig heeft bevonden aan de ontuchtige handelingen met het dier.

De strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd. Gezien de aard van de bewezenverklaarde ontuchtige handelingen en het feit dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk misdrijf is veroordeeld, heeft het hof besloten tot een geldboete van € 200,00 en vier dagen hechtenis, waarbij de hechtenis kan worden vervangen bij gebreke van betaling. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften uit het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en de beslissing is op 9 augustus 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003852-13
Uitspraak d.d.: 9 augustus 2013
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 18 maart 2013 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats (Marokko), 1967],
thans uit anderen hoofde verblijvende in [huis van bewaring].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 26 juli 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. M.H.H. Meulemeester, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewezenverklaring en strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 9 december 2011 te Utrecht ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een dier, te weten een geit of een schaap, welke ontuchtige handelingen bestonden uit het
- openen van zijn gulp en/of
- vastpakken van het dier bij de heupen/achterpoten en/of
- brengen van zijn (ontblote) geslachtdeel tegen althans naar het achterlichaam van het dier en/of
- verplaatsen van zijn onderlichaam richting het dier.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij opof omstreeks9 december 2011 te Utrecht ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een dier, te weteneen geit ofeen schaap, welke ontuchtige handelingen bestonden uit het
- openen van zijn gulp en/of
- vastpakken van het dier bij de heupen/achterpoten en/of
- brengen van zijn (ontblote) geslachtdeel tegen althans naar het achterlichaam van het dier en/of
- verplaatsen van zijn onderlichaam richting het dier.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

het bewezen verklaarde levert op:
Met een dier ontuchtige handelingen plegen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte en zijn draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Gelet op de op dit misdrijf gestelde maximumstraf en in aanmerking genomen de aard van de bewezenverklaarde ontuchtige handelingen en de omstandigheid dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk misdrijf is veroordeeld, is geen andere straf dan een geldboete op zijn plaats.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 63 en 254 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 200,00 (tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr B.J.J. Melssen, voorzitter,
mr H. Abbink en mr M.C.J. Groothuizen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr D. Mientjes, griffier,
en op 9 augustus 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr B.J.J. Melssen en mr M.C.J. Groothuizen zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.