ECLI:NL:GHARL:2013:5914

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 juni 2013
Publicatiedatum
8 augustus 2013
Zaaknummer
TBS P13-0206
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Y.A.J.M. van Kuijck
  • F.W.J. den Ottolander
  • B.F.A. van der Krabben
  • T. van Iersel
  • L. Kaiser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de terbeschikkingstelling en resocialisatietraject van een terbeschikkinggestelde

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 12 maart 2013, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in Marokko in 1982 en verblijvende in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC), heeft beroep ingesteld tegen deze verlenging. Tijdens de zitting op 13 juni 2013 zijn zowel de terbeschikkinggestelde als zijn raadsman, mr. S.O. Roosjen, gehoord, evenals de advocaat-generaal, mr. E.J. Julsing-Nijenhuis.

De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat de problemen in de kliniek, zoals het hoge aantal wisselende behandelcoördinatoren, hebben geleid tot vertraging in zijn behandel- en resocialisatietraject. Ondanks zijn wens om naar buiten te gaan, heeft de kliniek hier geen invulling aan gegeven. De raadsman heeft verzocht om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken, terwijl het openbaar ministerie van mening is dat het nog te vroeg is voor een dergelijke beëindiging en dat een geleidelijk resocialisatietraject de voorkeur heeft.

Het hof heeft geoordeeld dat het verzoek van de terbeschikkinggestelde tot onderzoek naar de mogelijkheden van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en stelt vast dat, hoewel er stappen zijn gezet in het resocialisatietraject, de recente personeelswisselingen opnieuw vertraging hebben veroorzaakt. Het hof benadrukt dat voor de volgende verlengingszitting een maatregelrapportage beschikbaar moet zijn, zodat de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege kunnen worden onderzocht.

Uitspraak

TBS P13/0206
Beslissing d.d. 27 juni 2013
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[naam terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats (Marokko), 1982],
verblijvende in [FPC].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda van 12 maart 2013, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 28 maart 2013;
  • de aanvullende informatie van [FPC] van 5 juni 2013, met als bijlage de wettelijke aantekeningen van 15 december 2012 tot en met 27 mei 2013;
  • de door de raadsman ter zitting overgelegde brief van [naam] (werkgever) van 12 juni 2013.
Het hof heeft ter zitting van 13 juni 2013 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.O. Roosjen, advocaat te Drachten, en de advocaat-generaal mr E.J. Julsing-Nijenhuis.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De problemen in de kliniek, onder meer het grote aantal wisselende behandelcoördinatoren, hebben tot een grote vertraging van het behandel- en resocialisatietraject geleid. Ondanks het feit dat de terbeschikkinggestelde graag naar buiten wil, geeft de kliniek hier geen invulling aan.
De aanvraag voor transmuraal verlof zal naar verwachting pas in het najaar worden goedgekeurd. De terbeschikkinggestelde is echter van oordeel dat hij klaar is voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Uit de rapportages blijkt dat het momenteel uitstekend gaat. Zowel huisvesting als werk kan via het netwerk van de terbeschikkinggestelde worden geregeld.
De raadsman heeft verzocht om de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege door de reclassering te doen onderzoeken.
Subsidiair wordt verzocht om bevestiging van de beslissing van de rechtbank met een overweging dat er voor de volgende verlengingszitting een maatregelrapport gereed dient te zijn.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De terbeschikkinggestelde klaagt terecht dat de vele personeelswisselingen zijn behandeling niet ten goede zijn gekomen. Wel blijkt uit de rapportages dat sprake is van een gestage positieve ontwikkeling en dat het recidiverisico langzaam afneemt. Het is echter nog te vroeg voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Een geleidelijk resocialisatietraject heeft de voorkeur. Over een jaar kan worden gekeken of een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege tot de mogelijkheden behoort.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Afwijzing verzoek
Het hof acht zich op basis van de voorhanden zijnde informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het verzoek tot het door de reclassering doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, wordt afgewezen, nu de noodzaak daartoe niet is gebleken.
Bevestiging
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal de beslissing, waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd.
In zijn vorige verlengingsbeslissing van 10 oktober 2011 heeft het hof overwogen dat de gang van zaken binnen de kliniek met betrekking tot de vele personeelswisselingen en de mede hierdoor beperkte verloven meer dan betreurenswaardig is. Het hof gaf aan dat verwacht mocht worden dat tegen de volgende verlengingszitting van de rechtbank een duidelijk omlijnd en in tijd gefaseerd behandelplan op tafel zou liggen en dat de kliniek hieraan adequaat uitvoering zou geven.
Hoewel uit de rapportages blijkt dat de kliniek het afgelopen jaar stappen heeft gezet in het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde en thans bezig is met de aanvraag voor het transmuraal verlof, stelt het hof vast dat de afgelopen periode wederom personeelswisselingen hebben plaatsgevonden, waardoor opnieuw vertraging van het resocialisatietraject dreigt. Het hof acht het dan ook van belang dat voor de eerstvolgende verlengingszitting de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege zullen worden onderzocht en de rechter bij de volgende verlengingzitting over een maatregelrapportage kan beschikken.

Beslissing

Het hof:
Wijst af het verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Bevestigt de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 12 maart 2013 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[naam terbeschikkinggestelde].
Aldus gedaan door
mr Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr F.W.J. den Ottolander en mr B.F.A. van der Krabben als raadsheren,
en drs. T. van Iersel en dr. L. Kaiser als raden,
in tegenwoordigheid van mr C.M.M. van der Waerden als griffier,
en op 27 juni 2013 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.