Uitspraak
handelsnaam:
“Noord Nederland schepenverzekering",
NNS,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
7 maart 2012 van de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad.
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 31 mei 2012
- het herstelexploit van 1 juni 2012
- de memorie van grieven (met producties,)
- de memorie van antwoord
- de akte melding partijwisseling van de verzekeraar
- het pleidooi waarbij pleitnotities zijn overgelegd.
3.Partijwijziging
4.De feiten
“Het verzekerde object is op “ligpolis” verzekerd, hetgeen betekent dat schade(n) ongeacht welke oorzaak ontstaan door en/of tijdens het varen van het object voor generlei vergoeding in aanmerking komt.”
"Gevaren waartegen verzekerd:Schade door alle gevaren van de vaart, als storm, blikseminslag, schipbreuk, stranden, aanvaren, brand, ontploffing, diefstal en alle andere plotseling van buiten komende onheilen."
“Eigen gebrek:Het eigen gebrek van een verzekerd vaartuig, alsmede hieruit voortvloeiende gevolgschade, is medeverzekerd.”
“Verplichtingen bij schade:Bij schade is verzekeringsnemer verplicht:a. Alle maatregelen te nemen, ter beperking van schade.”
“De vereniging vergoedt geen schade: (…)11. Ontstaan door vorst wanneer onvoldoende voorzorgsmaatregelen zijn getroffen.”
1 januari 2010. Op 26 december 2009 hebben partijen afgesproken dat de verdere beoordeling van de schade naar het nieuwe jaar zou worden getild; daarbij is afgesproken dat [geïntimeerde] de komende dagen de woonark goed in de gaten zou houden.
5.Het geschil en de beslissing in eerst aanleg
6.De grieven
(i) NNS erkent in haar brief van 17 juni 2010 niet dat er een gedekt evenement is;
(ii) [geïntimeerde] heeft geen gedekt evenement gesteld of bewezen;
(iii) [geïntimeerde] heeft de woonark niet dagelijks geïnspecteerd;
(iv) de artikelen 10 en 23 lid 5 verzekeringsvoorwaarden sluiten dekking uit;
(v) de rechtbank had moeten aangeven waarom sprake is van een gedekt evenement;
(vi) de uitsluitingsgrond in artikel 23 Algemene voorwaarden is niet onduidelijk;
(vii) niet vast staat dat [geïntimeerde] uit voorzorg de centrale verwarming heeft laten branden;
(viii) op een onbewoonde ark is centrale verwarming onvoldoende om bevriezing te voorkomen.
NJ1990, 476, dat het NNS niet vrij staat dekking te weigeren op een andere grond dan de in de brief van 17 juni 2010 van haar rechtsvoorganger genoemde uitsluitingsgronden.
dat wij formeel gezien de gehele schade kunnen afwijzen, waarvoor wij u o.m. verwijzen naar (…). De afkorting o.m. (onder meer) kan in redelijkheid niet anders worden gelezen dan dat er naast de genoemde uitsluitingsgronden nog andere afwijzingsgronden waren.
"het zinken van de ark is het gedekte evenement".Zinken is, aldus [geïntimeerde], het gevolg van een van buiten komend onheil dan wel een eigen gebrek van de woonark. Als van buiten komend onheil wijst [geïntimeerde] de scheurvorming door het breken van de drijverconstructie aan. Als eigen gebrek noemt hij de scheurvorming en "het feit dat de boot niet bleef drijven".
"Schade door alle gevaren van de vaart, als storm, blikseminslag, schipbreuk, stranden, aanvaren, brand ontploffing, diefstal en alle andere plotseling van buiten komende onheilen."De in artikel 8 lid 1 gegeven opsomming (waaronder schipbreuk) wordt vooraf gegaan door de woorden
"Schade voor alle gevaren van de vaart, als (…)"en sluit af met de woorden
"en alle andere plotseling van buiten komende onheilen". [geïntimeerde] heeft zich desgevraagd op het standpunt gesteld dat de woorden
"en alle andere plotseling van buiten komende onheilen"betrekking hebben op de opsomming:
storm, blikseminslag, schipbreuk, stranden, aanvaren, brand ontploffing en diefstal. Zij geven aan die opsomming een uitbreiding en vormen, aldus [geïntimeerde], geen nevenstelling van
"gevaren voor de vaart". Ook NNS gaat uit van die lezing van artikel 8 lid 1. Een redelijke uitleg van die bepaling brengt daarom mee dat schipbreuk in de zin van de polis een
"plotseling van buitenkomend onheil"is. De vraag is of het scheuren van de drijver en het zinken van de ark schipbreuk opleveren in de aldus uitgelegde voorwaarde. Het hof beantwoordt die vraag ontkennend en wel om de volgende redenen.
"Het eigen gebrek van een verzekerd vaartuig, alsmede hieruit voortvloeiende gevolgschade, is medeverzekerd.”
"de scheurvorming en het feit dat boot niet bleef drijven"het eigen gebrek van de ark. Ten aanzien van het niet blijven drijven (ofwel zinken) heeft het hof in het voorgaande uiteen gezet dat dit diverse oorzaken kan hebben. Het enkele zinken is geen evenement in de zin van de polis, waarin het zinken zonder meer niet als evenement is genoemd. Het enkele zinken is, gezien de polis, zelfs onvoldoende om te concluderen dat sprake is van enig verzekerd evenement.