"U vraagt mij of ik in de periode 2006-2008 de woning gebruikte. Mijn vriendin woonde destijds in de [adres ex partner] in [plaats], zij verhuisde op een gegeven moment naar [plaats] toen het niet goed ging met onze relatie. Ik moest kiezen of ik ook naar [plaats] moest verhuizen. Ik kon toen niet kiezen. Ik wilde daar toch vaak zijn omdat we een zoontje hebben. Ik kon echter niet op twee plaatsen tegelijk zijn. Ik ben hier depressief van geworden, hier ben ik met succes voor behandeld. Ik verbleef op twee plaatsen, in [plaats] en op de [adres geïntimeerde] waar ook al mijn spullen waren zoals mijn muziekcd’s. Op een gegeven moment benaderde een buurvrouw me omdat ik volgens haar niet in de woning was. Een paar maanden later vond ik een kaartje in de bus van Standvast. Dit heeft geleid tot twee telefoongesprekken, daarna ontving ik een sommatie. Ik ben in die periode nooit weggegaan op de [adres geïntimeerde], ik was wel minder met het huis dan met mezelf bezig. Ik sliep daar toen niet veel. Op een gegeven moment – eind 2008 sliep ik daar 3 tot 5 nachten per week. Later is mijn relatie beëindigd. Sindsdien ben ik eigenlijk helemaal op de [adres geïntimeerde]. Het is moeilijk aan te geven wanneer dat was, dat kan ik niet precies zeggen. Het was in ieder geval na eind 2008. Ik ben vaak weg. Ik werk behalve op vrijdag en in het weekend. Mijn werk is in [woonplaats]. ’s Avonds ben ik regelmatig weg. Ik speel in een band en treed hiermee ongeveer 1x per week op. Ik kom ook in [plaats] voor mijn zoon die daar is blijven wonen. Ik haal en haalde hem op van school, dat was in ieder geval op mijn vrije vrijdag. Soms was dat ook op andere dagen. Ik reisde vaak per fiets van [woonplaats] naar [plaats]. Het is een rit van ongeveer 15 minuten. Ik heb in die periode 2 auto’s gehad, eerst een grijze Opel Kadett, daarna, sinds de laatste drie jaar, een Opel Astra. Ik parkeer de auto ’s avonds nooit op de [straat 1] maar in een zijstraat omdat de Kadett ooit is beschadigd en de Astra ooit is bekrast. Als ik in de woning ben op maandag t/m donderdag, dan ben ik er vanaf ’s avonds laat t/m het ontbijt. Daarna ga ik naar mijn werk. Op zaterdagochtend heeft mijn zoontje voetbal. Op zondag gaan wij naar de dienst. Tijdens de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep ben ik op dezelfde manier gebruik blijven maken van de woning. Ik ben een paar keer een periode weggeweest als vakantie.
(…)
In de oude situatie kon je de elektriciteitsmeter zien, nu hangt er een gordijntje voor de voordeur zodat je die meter niet meer kunt zien. De gasmeter zit verderop in de gang en de watermeter zit in de kelder, zodat deze meters niet zichtbaar zijn. Op een aanvullende vraag van de raadsheer-commissaris antwoord ik dat de elektra en de gasmeter op enig moment zijn vervang; de plaats hiervan is echter hetzelfde gebleven. Ik heb de woning in de periode 2008 altijd zelf gebruikt en nooit een ander in gebruik gegeven of onderverhuurd. Ik heb de woning nooit verwaarloosd, ik heb het huis en de tuin altijd onderhouden.
(…)
Op uw vraag of mijn zoon aan de [adres geïntimeerde] heeft gewoond antwoord ik dat dat moeilijk is te zeggen. Ik weet niet waar hij was ingeschreven, hij is er wel vaak geweest. Zijn moeder was er niet altijd en hij ging vaak met zijn moeder mee. Hij was voornamelijk op de [adres geïntimeerde]. Hij zat toen op de school de [E]. Deze school was 800 meter verwijderd van de woning. Mijn ex-partner, [C] heeft vaak op de [adres geïntimeerde] verbleven maar heeft daar nooit gewoond. Ik vind het moeilijk te zeggen hoe vaak ze er was. Het had geen structureel patroon. Ze was er vaak, maar ze wilde af en toe in haar eigen woning zijn. Onze zoon kon bij mij blijven. (…) [U houdt mij] voor de getuigenverklaring van de heer [getuige 6] (…). De heer [getuige 6] maakt vaak een praatje, ik kende hem wel goed. (…) Ik zette het vuilnis buiten op woensdagochtend omstreeks half 9 op het moment dat ik toch naar buiten liep. Ik zette het vuilnis dus niet eerder buiten. U houdt mij voor dat [getuige 6] heeft verklaard dat wij ongeveer 5 jaar geleden zijn vertrokken. [C] is met [kind] in [plaats] gaan wonen. Ik ben op de [adres geïntimeerde] gebleven, maar ben daar zelf vaak niet geweest. Voor mijn gevoel ben ik echter op de [adres geïntimeerde] blijven wonen, maar ik ben wel heel vaak in [plaats] geweest. Ik vind het moeilijk om aan te geven wat heel vaak is. Er zijn tijden geweest dat ik veel in [plaats] heb geslapen en weinig op de [adres geïntimeerde]. U vraagt mij of ik kan aangeven hoeveel dagen per jaar ik in [plaats] was. Ik was er geen hele dagen, ook toen werkte ik. Ik weet het niet meer precies. Toen [C] en mijn zoon zijn verhuisd, heb ik regelmatig in [plaats] geslapen. In de beginperiode, dat is 2006, vaak, later regelmatig. Met vaak bedoel ik 5 nachten per week en dus 2 nachten op de [adres geïntimeerde]. Dit werd in de loop van 2008 anders, toen ben ik meer op de [adres geïntimeerde] gaan slapen. Na het eind van 2008 was dit 3 tot 5 nachten per week op de [adres geïntimeerde]. U vraagt mij hoe ik kan verklaren dat [getuige 6] heeft verklaard dat hij mij na de zomer van 2007 niet meer heeft gezien (‘Met de noorderzon vertrokken’). Ik ben niet met de noorderzon vertrokken. Ik parkeer mijn auto in een zijstraat, de naam weet ik nu niet. De straat is van naam veranderd. Nu zet ik de auto bij het wijkcentrum [F]. De naam van die straat weet ik ook niet, het is de straat tussen de [straat 1] en de [straat 2], parallel aan de [straat 3]. Het kenteken van de Opel Astra is [kenteken]. U vraagt mij wanneer de relatie met mijn ex-partner ongeveer is geëindigd. Terwijl de relatie eigenlijk reeds beëindigd was, waren we nog partners tot 2009. Wanneer het eind precies is geweest kan ik u niet zeggen. Op een gegeven moment is het over gegaan in een goede vriendschap. De eigenlijke relatie eindigde 5 jaar geleden. Sindsdien slaap ik 3 tot 5 nachten op de [adres geïntimeerde]. U vraagt mij waar ik de andere nachten sliep. Dat vind ik privé. Ik sliep toen elders dan in de woning op de [adres geïntimeerde]. Ik weet niet meer waar mijn zoon was ingeschreven in het GBA, toen hij op de [E] te [plaats] zat. Ik kan u dat niet met zekerheid zeggen, het was de [adres ex partner] of de [adres geïntimeerde]. Bij het dicteren voeg ik hier aan toe dat het de [adres geïntimeerde] moet zijn geweest. Het adres in de [adres ex partner], weet ik niet meer precies, het was de [straat 4]. Het huisnummer weet ik niet. U houdt mij voor de verklaring van mevrouw [getuige 4] (…): ‘Vroeger woonde [geïntimeerde] er wel constant met zijn vriendin en zoon. Zij zijn gaan verhuizen toen de zoon 5 jaar oud was.’ Zij zal dat zo gezien hebben, maar dat klopt dus niet. U vraagt mij hoe vaak ik de vuilnis- en groenbak buitenzet sinds ik min of meer op de [adres geïntimeerde] woon. Elke 2 weken wordt het vuilnis opgehaald en elke 2 weken wordt de groenbak geleegd. Omdat er bovenbewoners zijn kun je ook elke week een vuilniszak buiten zetten. Zomers zet ik vaker de groenbak buiten omdat er dan meer tuinafval is."