Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
heffingsambtenaarvan de
gemeente [Z](hierna: de Heffingsambtenaar)
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente [Z] tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen. De rechtbank had op 4 oktober 2011 de aanslag rioolheffing van € 200,- voor het kalenderjaar 2011 vernietigd, omdat de rechtbank oordeelde dat de aanslag niet terecht was opgelegd. De heffingsambtenaar heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij belanghebbende, [X] [Z], een verweerschrift heeft ingediend en incidenteel hoger beroep heeft ingesteld, waarin hij verzocht om de aanslag te verlagen naar € 30,-. Tijdens de zitting op 22 mei 2013 in Leeuwarden zijn beide partijen gehoord. De heffingsambtenaar stelde dat de onroerende zaak van belanghebbende is aangesloten op de gemeentelijke riolering, terwijl belanghebbende dit ontkende en stelde dat de onroerende zaak een garagebox is waarvoor een verlaagd tarief geldt. Het hof heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar voldoende bewijs heeft geleverd dat er water van de onroerende zaak op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Het hof oordeelde dat de onroerende zaak kan worden aangemerkt als een garagebox, waardoor de aanslag verlaagd wordt naar € 30,-. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd, en de heffingsambtenaar is veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.