Uitspraak
[appellant],
Hanzehogeschool,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie van grieven,
- de memorie van antwoord, met producties,
- de gehouden comparitie in plaats van pleidooi waarbij mr. Ham een pleitnotitie heeft overgelegd, van welke comparitie proces-verbaal is opgemaakt.
2.De feiten
grieven I tot en met IIIgericht. Voor zover met deze grieven wordt aangevoerd dat de feitenweergave onvolledig is, ziet [appellant] over het hoofd dat er geen rechtsregel is die de rechter verplicht alle door de ene partij gestelde en door de andere partij erkende of niet weersproken feiten als vaststaand in de uitspraak te vermelden. Het staat de rechter vrij uit de tussen partijen vaststaande feiten die selectie te maken welke hem voor de beoordeling van het geschil relevant voorkomt.
MT-lid en een medewerker van P & O gesprekken gevoerd met alle leden van het MER-team voor zover zij aan de uitnodiging daartoe gehoor gaven. De aanleiding daarvoor waren de voortdurende problemen binnen het MER-team en het feit dat de teamleiding, wegens gebeurtenissen in een zogenaamde opleidingsbijeenkomst van 4 februari 2010, te kennen had gegeven niet verder te kunnen met het team. Aan de teamleden is voorafgaand aan de gesprekken toegezegd dat de informatie die in de gesprekken naar voren zou komen vertrouwelijk van aard zou zijn.
[appellant] van [directeur] de mededeling dat hij niet langer in het MER-team was te handhaven. [appellant] heeft daartegen per e-mailbericht geprotesteerd.
19 maart 2010 is één en ander door de directeur bevestigd. [appellant] heeft daartegen opnieuw geprotesteerd.
3.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
4.Bespreking van de overige grieven
grieven IV en Vrichten zich tegen de weergave van de standpunten van partijen.
grieven VI tot en met XV) legt [appellant] het geschil in volle omvang voor. Het hof zal die grieven dan ook gezamenlijk behandelen.
LJN:BY9365).
[appellant] verder wilden. Een poging om eerst de oorzaak of oorzaken van het conflict in het team bespreekbaar te maken en zo nodig hulp te bieden bij het onderling oplossen van het conflict, al dan niet onder het stellen van eisen omtrent respectvol gedrag jegens elkaar en het ingaan van een verbetertraject, is niet ondernomen. Ter comparitie heeft Hanzehogeschool verklaard dat een verbetertraject alleen zinvol is bij disfunctioneren. Het hof constateert evenwel dat, gelet op de bevindingen van Hanzehogeschool zelf, het team niet als team functioneerde bij gebrek aan open communicatie en onderlinge 'feed back'. Een goed team kan ook teamleden met een neiging tot dominantie, een grote mond of irritant gedrag aan.
hof) die met [appellant] gaande zouden zijn in zijn gewone functie als (hogeschool-)docent.
23 februari 2009 (productie 15 bij de stukken die [appellant] voorafgaand aan de comparitie in eerste aanleg indiende), en dit voorbeeld aangehaald tijdens het beoordelingsgesprek op 9 juni 2009 waarin hij op zijn tot irritatie leidende manier van communiceren is aangesproken. Andere voorbeelden die als duidelijke waarschuwing kunnen gelden, zijn niet gegeven.
15 december 2010, terugplaatsing naar zijn oude werkplek te vorderen. Het hof verwerpt dit verweer. Er was geen sprake van een voorstel, maar van een aanwijzing waartegen
van meet af aan heeft geprotesteerd. Niet valt in te zien waarom [appellant] daartegen niet meer in rechte mocht opkomen op de dag waarop hij dat heeft gedaan.