Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging
- er is bij gelegenheid van een doorzoeking in de woning van verdachte in strijd met het bepaalde in artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) door de rechter-commissaris geen cautie aan verdachte gegeven;
- bij gelegenheid van die huiszoeking heeft verdachte telefonisch contact gehad met zijn advocaat. Dit gesprek is door de aanwezige verbalisanten afgeluisterd, geverbaliseerd en het proces-verbaal is in het strafdossier gevoegd;
- aan een medeverdachte van verdachte is geen cautie gegeven;
- met [medeverdachte], de medeverdachte van verdachte, is een heimelijke deal gesloten, inhoudende dat [medeverdachte], in ruil voor een verklaring, voor een deel van de feiten niet vervolgd zou worden.
Beslissing op de verzoeken van de verdediging
karakaya ter zitting aanwezig was, aan het hof meegedeeld.
karakaya het hof slechts gevraagd om alsnog [getuige5] als getuige te horen. Over [medeverdachte] heeft hij het toen niet gehad.
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in de periode van 31 oktober 1999 tot en met 18 april 2012 in [plaats2] en/of in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, zeven, in ieder geval een of meer schilderijen (te weten van Isaac Israels en/of Safleven en/of Van Gooijen en/of Verschuur en/of Jan Steen en/of S. Ruysdael en/of Joost de Momper) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde schilderijen wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
hij in de periode van 31 oktober 1999 tot en met 18 april 2012,in [plaats2] en/of de gemeente [gemeente], althans in Nederland, (een) voorwerp(en), te weten zeven, in ieder geval een of meer schilderijen (te weten van Isaac Israels en/of Safleven en/of Van Gooijen en/of Verschuur en/of Jan Steen en/of S. Ruysdael en/of Joost de Momper), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van (een) voorwerp(en), te weten voornoemde schilderijen, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
hij in de periode van 31 oktober 1999 tot en met 18 april 2012, in [plaats2] en/of de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, zeven, in ieder geval een of meer schilderijen (te weten van Isaac Israels en/of Safleven en/of Van Gooijen en/of Verschuur en/of Jan Steen en/of S. Ruysdael en/of Joost de Momper), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde schilderijen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat bovenomschreven dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
hij op of omstreeks 18 april 2012 in de gemeente [gemeente] opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 25.731, in ieder geval een groot aantal pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of MDA en/of MDEA en/of 2CB en/of amfetamine en/of XTC, zijnde MDMA en/of MDA en/of MDEA en/of 2CB en/of amfetamine en/of XTC een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 18 april 2012 in de gemeente [gemeente] opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 18 kilo, in ieder geval een grote hoeveelheid, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Vrijspraak
Verwerping bewijsverweer
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging' reeds overwogen dat ten aanzien van het niet – direkt – geven van de cautie bij de doorzoeking van de woning en het niet geven van de cautie aan [medeverdachte] in de onderhavige zaak geen sprake is van een verzuim. Het hof heeft voorts overwogen dat ten aanzien van het opnemen van het telefoongesprek tussen verdachte en zijn advocaat kan worden volstaan met de vaststelling dat van een – zakelijk weergegeven – geringe inbreuk op de rechten van verdachte sprake is. Gelet hierop kan naar het oordeel van het hof van bewijsuitsluiting geen sprake zijn, zodat het hof dit verweer verwerpt.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 14 december 2001 tot en met 18 april 2012, in Nederland, voorwerpen, te weten schilderijen (te weten van Van Gooijen en Jan Steen en S. Ruysdael en Joost de Momper), voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen
hij op 18 april 2012 in de gemeente [gemeente] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 25.731 pillen, bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 18 april 2012 in de gemeente [gemeente] opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 18 kilo van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
justitiële
documentatie van 20 juni 2013 blijkt dat verdachte eerder ter zake van misdrijven onherroepelijk is veroordeeld, waaronder overtredingen van de Opiumwet en gewoonteheling.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren en 6 (zes) maanden.