Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie van grieven tevens houdende akte wijziging eis,
- de memorie van antwoord.
Staatsblad2012, 313) wordt in deze voor 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaak uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden.
het vonnis van de Rechtbank Groningen, sector kanton, locatie Groningen, gewezen op 8 december 2011 (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende, bij arrest, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
2.De vaststaande feiten
3.De vorderingen en beoordeling in eerste aanleg
4.Beoordeling van de grieven
vier grieventegen het bestreden vonnis opgeworpen, waarmee hij het geschil aangaande zijn subsidiaire vordering in volle omvang aan het hof voorlegt. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Het hof zal de subsidiaire vordering van [appellant] opnieuw beoordelen en daarbij ingaan op de grieven en op wat [geïntimeerde], zowel in eerste aanleg als in hoger beroep heeft aangevoerd.
LJN:AC4789 en HR 27 mei 1985,
LJN:AG5024).
LJN:AU5682). Indien de belangen van een derde zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of ander nadeel kan lijden als een contractant in die uitvoering tekort schiet, kunnen de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt meebrengen dat die contractant deze belangen dient te ontzien door zijn gedrag mede door die belangen te laten bepalen. Bij de beantwoording van de vraag of deze normen zulks meebrengen zal de rechter de terzake dienende omstandigheden van het geval dienen te betrekken, zoals de hoedanigheid van alle betrokken partijen, de aard en strekking van de desbetreffende overeenkomst, de wijze waarop de belangen van de derde daarbij zijn betrokken, de vraag of deze betrokkenheid voor de contractant kenbaar was, de vraag of de derde erop mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien, de vraag in hoeverre het voor de contractant bezwaarlijk was met de belangen van de derde rekening te houden, de aard en omvang van het nadeel dat voor de derde dreigt en de vraag of van hem kon worden gevergd dat hij zich daartegen had ingedekt, alsmede de redelijkheid van een eventueel aan de derde aangeboden schadeloosstelling (HR 24 september 2004,
LJN:AO9069 en HR 21 december 2012,
LJN: BY0485).
5.Slotsom
6.Beslissing
dinsdag 27 augustus 2013bij akte uit te laten zoals hiervoor onder 4.9 vermeld;