Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
dienstenbetreffen (dus niet leveringen) en daarom niet op de tussen partijen gesloten overeenkomst van toepassing zijn. Dat, zoals [appellant] betoogt, de gemeente met de verwijzing naar die laatste voorwaarden de wil heeft geuit om niet meer te willen contracteren onder toepasselijkheid van de eerder toegezonden voorwaarden, volgt daaruit niet. De gemeente heeft aangegeven dat het slechts een verschrijving betreft in de datum, er had moeten staan 1 mei 2003 in plaats van 23 juni 2004. De gemeente heeft met de opdrachtbevestiging ook geen andere voorwaarden meegestuurd. Omdat [appellant] in haar offerte van 16 april 2009 slechts heeft verwezen naar haar eigen algemene voorwaarden, maar niet uitdrukkelijk de in de aanvraag van de gemeente genoemde en met die aanvraag toegezonden algemene voorwaarden van de hand heeft gewezen, zijn op grond van het bepaalde in artikel 6:225 lid 3 BW de algemene voorwaarden van de gemeente op de overeenkomst van toepassing. Op grond van die voorwaarden was de rechtbank Utrecht bevoegd om van het geschil kennis te nemen, zodat grief 1 faalt.
5.Slotsom
- griffierecht € 4.713,-
- salaris advocaat
€ 9.606,-