Uitspraak
de moeder,
de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
de WSJ.
[de stiefvader],
de stiefvader.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige]. De moeder, appellante, heeft in hoger beroep de beschikking van de kinderrechter van 11 december 2012 aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige werd verlengd. De moeder gelooft in de onschuld van haar stiefvader, die onherroepelijk is veroordeeld voor seksueel misbruik van de minderjarige en zijn zus. De WSJ, geïntimeerde, heeft de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing aangevraagd, wat door de kinderrechter is toegewezen. Het hof heeft de zaak behandeld op 28 mei 2013, waarbij de moeder en de stiefvader aanwezig waren, evenals de gezinsvoogd van de WSJ. De raad heeft niet ter zitting verschenen.
Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige een kwetsbare jongen is met een verstandelijke beperking en dat er sprake is van onveilige hechting en trauma's. De moeder heeft aangegeven dat zij in staat is om voor de minderjarige te zorgen, maar het hof oordeelt dat de veiligheid van de minderjarige thuis niet kan worden gegarandeerd. De onherroepelijke veroordeling van de stiefvader voor seksueel misbruik is leidend in deze zaak. Het hof heeft geconcludeerd dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, en heeft de bestreden beschikking bekrachtigd.