ECLI:NL:GHARL:2013:4666
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- W.L. Valk
- Th.C.M. Willemse
- F.J.P. Lock
- L.L.M. de Lorijn
- H. Revoort
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding als gevolg van waardedaling van melkquotum in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep inzake de schadevergoeding als gevolg van de waardedaling van een melkquotum. De appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A. Bos, had een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Koelman. De procedure volgde op een eerder tussenarrest van 22 januari 2013, waarin het hof partijen de gelegenheid had gegeven om zich uit te laten over de schade en de voorlopige berekening van het hof. De appellante diende een nieuwe berekening van haar schade in, waarbij zij de waarde van het melkquotum in 1996 en 2001 op een iets hoger bedrag vaststelde dan eerder was berekend. De geïntimeerde betwistte deze berekening niet, maar voerde wel aan dat het hof in een eerder arrest al had geoordeeld over de schadevergoeding en wettelijke rente. Het hof oordeelde dat dit verweer niet toelaatbaar was in het huidige stadium van het geding, omdat het in strijd was met de tweeconclusiesregel die in hoger beroep geldt.
Het hof concludeerde dat de vordering van de appellante toewijsbaar was, zoals geformuleerd in haar conclusie van repliek. De door de appellante berekende wettelijke rente tot de dag van de inleidende dagvaarding werd door de geïntimeerde niet betwist. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank Assen en deed opnieuw recht, waarbij de geïntimeerde werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 33.736,88 aan de appellante, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd de geïntimeerde veroordeeld in de kosten van beide instanties en de kosten van het door de appellante gelegde conservatoir beslag. Het arrest werd uitgesproken in het openbaar op 2 juli 2013.