Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de incidentele memorie ex artikel 843a Rv,
- de memorie van antwoord in het incident met producties,
- de pleidooien in voornoemd incident overeenkomstig de pleitnotities.
2.De motivering van de beslissing in het incident
bepaaldebescheiden (onder meer randnummer 3.8.1 “de volledige financiële administratie aangaande de opbouw van de totale kosten Klic-online, waaronder in ieder geval verstaan (…)”) is voldaan. Ook ten aanzien van de overige documenten uit deze documentengroepen, heeft [A] onvoldoende concrete feiten en omstandigheden gesteld, waaruit de mogelijkheid van aansprakelijkheid van het Kadaster kan worden afgeleid, waardoor zij een rechtmatig belang bij verstrekking van deze stukken ontbeert. Ergens een “algemeen beeld” van krijgen (als doel genoemd in randnummer 3.12.9 van de incidentele memorie) is geen doel dat door artikel 843a Rv wordt gediend. Bovendien wordt ook hier niet aan de eis voldaan dat het om
bepaaldebescheiden moet gaan. Zo verzoekt [A] onder randnummer 3.7.5 van haar incidentele memorie verstrekking van “alle correspondentie met bijlagen, rapporten en overige bescheiden met betrekking tot het onderzoek dat het Kadaster (…) stelt te hebben gedaan naar de onwaarachtige verklaringen van [C] in eerste aanleg”. Ten slotte wordt evenmin aan het in rechtsoverweging 2.3 genoemde vereiste van “een rechtsbetrekking” waarin de verzoeker partij is - in dit geval een door [A] gestelde rechtsbetrekking uit onrechtmatige daad - voldaan, nu [A] bijvoorbeeld ook afgifte wenst van correspondentie tussen het Kadaster en [D], [E], [G] en nog vele anderen, over rechtsbetrekkingen waarbij [A] kennelijk geen partij is.