ECLI:NL:GHARL:2013:4599

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 juni 2013
Publicatiedatum
28 juni 2013
Zaaknummer
KS 21-003386-13 27-06-2013
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal met geweld en afpersing in vereniging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en afpersing, beide gepleegd in vereniging. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren. De feiten zijn als volgt: de verdachte heeft samen met anderen een afpersing gepleegd op een vertegenwoordiger in goud en een gewelddadige overval op een munthandelaar. Bij de afpersing werd het slachtoffer onder bedreiging van een mes gedwongen zijn auto, met waardevolle spullen, af te staan. Tijdens de overval op de munthandel werd de 77-jarige munthandelaar bedreigd met een vuurwapen, vastgebonden met tie-wraps, en zijn mond werd met tape afgeplakt. De medeverdachten hebben de kluis van de munthandelaar leeggehaald, waarbij de buit van grote waarde was. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij deels toegewezen, waarbij de schadevergoeding is vastgesteld op € 17.987,71. De verdachte heeft de beschuldigingen ontkend, maar het hof oordeelde dat de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte1] betrouwbaar waren en voldoende steun vonden in ander bewijs. Het hof heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als consistent en ondersteunend beschouwd. De verdachte is niet in zijn alibi geslaagd, en het hof heeft geoordeeld dat de bewezen feiten ernstige gevolgen hebben voor de slachtoffers, wat heeft geleid tot de opgelegde gevangenisstraf.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003386-13
Uitspraak d.d.: 27 juni 2013
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 19 februari 2013 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op 15 juli [1986],
thans verblijvende in P.I. HvB Ter Apel te Ter Apel.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 16 april 2013, 6 juni 2013 en 13 juni 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis in eerste aanleg, met uitzondering van de beslissing die genomen is ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij. De advocaat-generaal vordert gehele (hoofdelijke) toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. R.P. Snorn, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1
primair:
hij op of omstreeks 27 juli 2012 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) hoeveelhe(i)d(en) geld en/of munten en/of siera(a)d(en) en/of een of meer (kluis)sleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
  • het pand van die [benadeelde] is/zijn binnengegaan en/of
  • een pistool/vuurwapen op die [benadeelde] heeft/hebben gericht, althans in de richting van die [benadeelde] heeft/hebben gehouden, althans aan die [benadeelde] heeft/hebben getoond en/of
  • zogenoemde) duct tape/duck tape op de mond van die [benadeelde] heeft/hebben geplakt en/of
  • daarbij/vervolgens) de volgende woorden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen en/of gezegd: "Ik wil geld en goud" en/of
  • daarbij/vervolgens) de armen van die [benadeelde] met (zogenoemde) tie rips/tie wraps heeft/hebben vastgemaakt aan een of meer (stoel)leuning(en) en/of
  • daarbij/vervolgens) de volgende woorden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen en/of gezegd: "En nu de kluissleutels";
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
[medeverdachte1] en/of [medeverdachte2] en/of een of meer ander(en) op of omstreeks 27 juli 2012 te Assen tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben/heeft weggenomen (een) hoeveelhe(i)d(en) geld en/of munten en/of siera(a)d(en) en/of een of meer (kluis)sleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte1] en/of die [medeverdachte2] en/of die ander(en) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn/hun mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte1] en/of die [medeverdachte2] en/of die ander(en)
  • het pand van die [benadeelde] is/zijn binnengegaan en/of
  • een pistool/vuurwapen op die [benadeelde] heeft/hebben gericht, althans in de richting van die [benadeelde] heeft/hebben gehouden, althans aan die [benadeelde] heeft/hebben getoond en/of
  • zogenoemde) duct tape/duck tape op de mond van die [benadeelde] heeft/hebben geplakt en/of
  • daarbij/vervolgens) de volgende woorden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen en/of gezegd: "Ik wil geld en goud" en/of
  • daarbij/vervolgens) de armen van die [benadeelde] met (zogenoemde) tie rips/tie wraps heeft/hebben vastgemaakt aan een of meer (stoel)leuning(en) en/of
  • daarbij/vervolgens) de volgende woorden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking tegen die [benadeelde] heeft/hebben geroepen en/of gezegd: "En nu de kluissleutels",
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 27 juli 2012 in de gemeente(n) Borger-Odoorn en/of Aa en Hunze en/of Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
  • samen met die [medeverdachte1] en/of die [medeverdachte2] en/of die ander(en) vooraf (een gedeelte van de) besprekingen te voeren over dat te plegen misdrijf en/of
  • met die [medeverdachte2] en of die ander(en) naar Assen te rijden en/of
  • nabij/in de (directe) omgeving van het pand van die [benadeelde] op de uitkijk te staan en/of
  • kort voorafgaand en/of tijdens het plegen van dat misdrijf (samen met een ander) dat pand binnen te gaan, althans buiten dat pand te blijven wachten;
2 primair:
hij op of omstreeks 8 mei 2012 te Staphorst, op de openbare weg, te weten de [straat], althans een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer], heeft gedwongen tot de afgifte van een auto (inhoudende een koffer met daarin onder andere een geld(bedrag) en/of goud en/of zilver en/of sieraden en/of munten en/of een (mobiele) telefoon), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende [slachtoffer] en/of [bedrijf] en/of [slachtoffer2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of die mededader(s)
  • een (groot) (vlees)mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op korte afstand en/of in de richting van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden, althans aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond (terwijl die [slachtoffer] zich in een auto met een geopend bestuurdersportier bevond) en/of
  • daarbij/vervolgens) de volgende woorden tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd : "Uitstappen", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen uit zijn auto te gaan en/of
  • vervolgens) in die auto is/zijn gegaan en/of
  • vervolgens) met die auto is/zijn weg gereden;
althans, indien ter zake het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
[medeverdachte1] en/of een of meer ander(en) op of omstreeks 8 mei 2012 te Staphorst, op de openbare weg, te weten de [straat], althans een openbare weg, tezamen en in vereniging, althans alleen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer], hebben/heeft gedwongen tot de afgifte van een auto (inhoudende een koffer met daarin onder andere een geld(bedrag) en/of goud en/of zilver en/of sieraden en/of munten en/of een (mobiele) telefoon), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende [slachtoffer] en/of [bedrijf] en/of [slachtoffer2] of aan een derde, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte1] en/of die ander(en)
  • een (groot) (vlees)mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op korte afstand en/of in de richting van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden, althans aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond (terwijl die [slachtoffer] zich in een auto met een geopend bestuurdersportier bevond) en/of
  • daarbij/vervolgens) de volgende woorden tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd : "Uitstappen", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen uit zijn auto te gaan en/of
  • vervolgens) in die auto is/zijn gegaan en/of
  • vervolgens) met die auto is/zijn weg gereden, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 8 mei 2012 in de gemeente(n) Staphorst en/of Stadskanaal en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
  • samen met die [medeverdachte1] en/of die ander(en) vooraf (een gedeelte van de) besprekingen te voeren over dat te plegen misdrijf en/of
  • samen met die [medeverdachte1] en/of die ander(en) naar/in de directe nabijheid van de plaats van het delict te gaan;
althans, indien ter zake het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
hij op of omstreeks 8 mei 2012 te Staphorst, op de openbare weg, te weten de [straat], althans een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (inhoudende een koffer met daarin onder andere een geld(bedrag) en/of goud en/of zilver en/of sieraden en/of munten en/of een (mobiele) telefoon), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [bedrijf] en/of [slachtoffer2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of die mededader(s)
  • een (groot) (vlees)mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op korte afstand en/of in de richting van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden, althans aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond (terwijl die [slachtoffer] zich in een auto met een geopend bestuurdersportier bevond) en/of
  • daarbij/vervolgens) de volgende woorden tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd : "Uitstappen", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen uit zijn auto te gaan en/of
  • vervolgens) in die auto is/zijn gegaan en/of
  • vervolgens) met die auto is/zijn weg gereden;
althans, indien ter zake het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
[medeverdachte1] en/of een of meer ander(en) op of omstreeks 8 mei 2012 te Staphorst, op de openbare weg, te weten de [straat], althans een openbare weg, tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben/heeft weggenomen een auto (inhoudende een koffer met daarin onder andere een geld(bedrag) en/of goud en/of zilver en/of sieraden en/of munten en/of een (mobiele) telefoon), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [bedrijf] en/of [slachtoffer2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte1] en/of die ander(en) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte1] en/of die ander(en)
  • een (groot) (vlees)mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op korte afstand en/of in de richting van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden, althans aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond (terwijl die [slachtoffer] zich in een auto met een geopend bestuurdersportier bevond) en/of
  • daarbij/vervolgens) de volgende woorden tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd : "Uitstappen",althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen uit zijn auto te gaan en/of
  • vervolgens) in die auto is/zijn gegaan en/of
  • vervolgens) met die auto is/zijn weg gereden,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 8 mei 2012 in de gemeente(n) Staphorst en/of Stadskanaal en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
  • samen met die [medeverdachte1] en/of die ander(en) vooraf (een gedeelte van de) besprekingen te voeren over dat te plegen misdrijf en/of
  • samen met die [medeverdachte1] en/of die anderen naar/in de directe nabijheid van de plaats van het delict te gaan;
althans, indien ook ter zake van het laatstvermelde geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
hij op of omstreeks 8 mei 2012 te Staphorst, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een auto (inhoudende een koffer met daarin onder andere een geld(bedrag) en/of goud en/of zilver en/of sieraden en/of munten en/of een (mobiele) telefoon) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsoverweging:

Aan verdachte is - kort gezegd - ten laste gelegd het in verschillende varianten betrokken zijn bij het plegen van twee overvallen en/of opzetheling. De verdachte heeft de beschuldigingen op onderdelen ontkend en zich daarnaast op zijn zwijgrecht beroepen. De verdediging heeft de betrouwbaarheid van de belastende verklaringen van [medeverdachte1] - een mede-verdachte, die inmiddels onherroepelijk door de rechtbank is veroordeeld - betwist en zich tevens op het standpunt gesteld dat die verklaringen onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal, zodat vrijspraak voor beide feiten moet volgen.
Het hof overweegt als volgt.
Ter zitting van het hof d.d. 6 juni 2013 is voornoemde [medeverdachte1] als getuige gehoord. Tijdens dit verhoor heeft deze getuige op hoofdlijnen, maar ook zeer gedetailleerd op onderdelen, consistent verklaard met betrekking tot de beide overvallen op [slachtoffer] en [benadeelde]. Het hof is van oordeel dat de verklaringen van [medeverdachte1] betrouwbaar zijn en voor bewijs kunnen worden gebezigd, te meer nu deze bovendien steun vinden in andere bewijsmiddelen en verklaringen.
Het hof overweegt dienaangaande het volgende.
Allereerst worden de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte1] voor wat betreft de beide overvallen ondersteund door de verklaringen die zijn afgelegd door de slachtoffers van de beide overvallen, te weten [benadeelde] en [slachtoffer]. De verklaringen van beide aangevers met betrekking tot de gang van zaken komen op detailniveau overeen met de verklaringen van [medeverdachte1].
Ten aanzien van de overval op [slachtoffer] in Staphorst worden de verklaringen van [medeverdachte1] in hetgeen in Staphorst gebeurde eveneens bevestigd door verklaringen van andere getuigen. Zo heeft de visboer - waar [medeverdachte1] vlak voorafgaand aan de overval een visje kocht - bevestigd dat [medeverdachte1] gebeld werd toen hij op zijn bestelling stond te wachten. Ook wordt de verklaring van [medeverdachte1] dat de buit vanuit de zwarte auto van [slachtoffer] op een parkeerterrein dicht bij de snelweg is overgeheveld in de lichtgekleurde auto van [verdachte] (deels) bevestigd door een taxichauffeuse. Deze taxichauffeuse heeft, toen ze langs die parkeerplaats reed, gezien dat een zwarte auto dichtbij een lichtgekleurde auto stond geparkeerd, dat beide auto's de bijrijderportieren open hadden, dat een persoon rende naar de zwarte auto, dat de remlichten oplichtten van de lichtgekleurde auto terwijl op dat moment door een persoon die aan de zijde van het bijrijderportier stond via dat portier goederen op de achterbank in de lichtgekleurde auto werden gegooid. Uit het dossier kan volgen dat de zwarte auto van [slachtoffer] nadien ook is aangetroffen op voormelde parkeerplaats.
De verklaring van medeverdachte [medeverdachte1], dat verdachte na de overval met hem is meegegaan naar zijn ouderlijke woning, dat [medeverdachte3] in die woning is geweest en de buit heeft opgehaald en dat [medeverdachte3] daarna deze buit samen met verdachte heeft verzilverd, wordt bevestigd door hetgeen medeverdachte [medeverdachte3] daarover heeft verklaard.
Ten aanzien van de overval op [benadeelde] in Assen vindt de door [medeverdachte1] omschreven gang van zaken bij de overval op [benadeelde] bevestiging in de afdrukken van camerabeelden van de beveiligingscamera van [benadeelde], zoals die zich in het dossier bevinden. Op deze beelden zijn aanvankelijk één, later twee overvallers te zien die door getuigen worden herkend als [medeverdachte1] en[medeverdachte2]. Ook is er aldus het proces-verbaal van politie op die beelden, via het raam te zien dat een derde persoon buiten staat.
Dit komt overeen met de verklaringen van [medeverdachte1] dat hij met[medeverdachte2] bij de munthandel van [benadeelde] naar binnen is geweest terwijl [verdachte] buiten is blijven staan. Verder is er op de tie-wraps die in de munthandel op de grond lagen bij de stoel waarop [benadeelde] vastgebonden heeft gezeten, een onvolledig DNA-profiel aangetroffen, dat een match opleverde met het DNA-profiel van[medeverdachte2]. Dit bevestigt de verklaring van [medeverdachte1] dat[medeverdachte2] degene is geweest die [benadeelde] aan zijn stoel heeft vastgebonden. Voorts wordt de verklaring van [medeverdachte1] dat zij na de overval bij [benadeelde] zijn teruggereden naar [naam] bevestigd door de verklaring van getuige [getuige], die kort nadat de overval heeft plaatsgevonden [medeverdachte1] en[medeverdachte2] bij [naam] heeft gezien.
Tenslotte wordt de verklaring van [medeverdachte1] op het punt dat [medeverdachte3] ook deze buit heeft verzilverd bevestigd door medeverdachte [medeverdachte3]. De verklaring dat [medeverdachte1] zijn deel van de opbrengst van [medeverdachte3] heeft gekregen wordt ondersteund door de verklaring van [medeverdachte3] en getuige [getuige2] in wiens woning [medeverdachte1] op dat moment verbleef.
Op grond van het vorenstaande is het hof van oordeel dat – zoals eerder overwogen – de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte1], die ter zitting van het hof uitvoerig en indringend is ondervraagd, als betrouwbare verklaringen kunnen worden aangemerkt. Zij worden gebezigd als bewijs en worden als uitgangspunt genomen voor wat betreft de gang van zaken voorafgaand, tijdens en na afloop van de ten laste gelegde overvallen.
Uit de verklaringen van [medeverdachte1] volgt dat verdachte in alle fasen feitelijk betrokken is geweest bij deze twee overvallen in die zin dat hij bij het vooroverleg, de feitelijke uitvoering en de afwikkeling van de buit betrokkenheid heeft gehad. Daarnaast volgt die betrokkenheid van verdachte bij de overvallen op onderdelen ook uit andere bewijsmiddelen.
In dat verband overweegt het hof dat medeverdachte [medeverdachte3] heeft verklaard dat hij - na de overval op [slachtoffer] - door beiden, [medeverdachte1] én verdachte, is gebeld en dat hij toen meteen naar de ouderlijke woning van [medeverdachte1] is gereden. In die woning trof hij [medeverdachte1] en verdachte aan tezamen met een hoeveelheid goud. [medeverdachte3] heeft verklaard dat hij samen met verdachte dit goud in Zwolle te gelde heeft gemaakt. De verklaringen van [medeverdachte1] hieromtrent worden dus ondersteund door de verklaringen van [medeverdachte3]. Tevens heeft [medeverdachte3] verklaard dat hij nadat ze de buit hadden verzilverd en ze weer terugkwamen in de woning van verdachte hij een deel van de buit van verdachte heeft gekregen en dat verdachte later aan [medeverdachte1], die ook in die woning kwam zijn deel heeft gegeven.
Ten aanzien van het geld van de buit van de overval op [benadeelde] heeft [medeverdachte3] verklaard dat hij, toen hij met het geld van de buit bij verdachte kwam, hij van verdachte een deel van de buit heeft gekregen en dat verdachte toen het deel voor [medeverdachte1] in een tasje heeft gedaan en dat hij - [medeverdachte3] - dit geld naar [medeverdachte1] heeft gebracht die op dat moment in de woning van[getuige2] verbleef. Het hof acht de verklaring van verdachte dat hij nimmer in een woning is geweest waar een buit lag en dat hij nooit een buit heeft gezien ongeloofwaardig, nu uit de verklaringen van zowel [medeverdachte1] als [medeverdachte3] kan volgen dat verdachte wel degelijk in zijn eigen woning en ook de ouderlijke woning van [medeverdachte1], bemoeienis heeft gehad met de buit en daar ook over heeft beschikt.
Voort blijkt uit de verklaring van [getuige3] dat verdachte bij de overval op [benadeelde] betrokken was. [getuige3] heeft verklaard dat een jongen genaamd '[alias]' vanaf [naam] bij hem in de auto is gestapt en met hem is meegereden naar [benadeelde]. Tevens verklaart [getuige3] dat hij heeft gezien dat '[alias]' en[medeverdachte2] na de overval, toen ze weer in Stadskanaal waren, met de tas - die pas na de overval in hun bezit is gekomen - uit de auto zijn gestapt. Volgens [getuige3] was '[alias]' dus betrokken bij de overval op [benadeelde].
Uit het dossier komt genoegzaam naar voren dat verdachte als bijnaam de naam '[alias]' gebruikt. Dit wordt door [medeverdachte1] verklaard, dit blijkt uit een sms-bericht dat vanaf de telefoon van verdachte is verzonden en is ondertekend met '[alias]' en dit blijkt ook uit het door verdachte gebruikte e-mailadres, te weten: '[emailadres]'. Tevens heeft [medeverdachte3] bij de politie verklaard dat hij weet dat vrienden van verdachte, hem (verdachte) vroeger '[alias]' noemden. Ook heeft [medeverdachte3] verklaard dat hij een sms heeft ontvangen van iemand die in die sms verdachte '[alias]' noemde. Het hof leidt uit het voorgaande af dat de '[alias]' waarover [getuige3] in zijn verklaringen spreekt feitelijk verdachte bedoeld wordt, zodat ook uit de verklaring van [getuige3] blijkt dat verdachte direct betrokken was bij de overval op [benadeelde].
Door de verdediging is aangevoerd dat sprake is van een alibi ten tijden van de overval in Assen op [benadeelde]. Verdachte die zich zowel tijdens de politieverhoren als ter zitting in eerste aanleg steeds heeft beroepen op zijn zwijgrecht, komt voor het eerst in hoger beroep met de mededeling dat hij ten tijde van de overval op [benadeelde] in Assen op 27 juli 2012 omstreeks 14.00 uur in de sportschool in Stadskanaal was en aldus een alibi heeft.
Verdachte heeft verklaard dat hij zich het bezoek aan de sportschool op die vrijdagmiddag specifiek herinnert omdat hij die middag op zijn mobiele telefoon berichtgeving ontving met betrekking tot de overval op [benadeelde] waarbij een afbeelding van de overvaller werd getoond. Hierop herkende hij [medeverdachte1] als de overvaller.
Verdachte heeft gesteld dat getuigen zijn aanwezigheid op die vrijdagmiddag 27 juli 2012 in de sportschool kunnen bevestigen en heeft daartoe twee meegebrachte getuigen ([getuige4] en [getuige5]) ter zitting van het hof, d.d. 13 juni 2013 doen horen. Voorts heeft de raadsman een schriftelijke verklaring overgelegd van een persoon, genaamd [naam], waaruit blijkt dat deze [naam] op 27 juli 2012 van 13.30 uur tot 15.00 uur samen met verdachte heeft getraind in de sportschool.
Het hof stelt op grond van het strafdossier (paginanummers 17 en 146 van het proces-verbaal van politie) vast dat de berichtgeving over de overval op [benadeelde] en dan met name de beelden (foto's) van de bewakingscamera's pas op zaterdag 28 juli 2012 zijn vrijgegeven door de politie. In zoverre strookt de verklaring van verdachte dat hij bedoelde
beelden (foto's) al op 27 juli 2012 op zijn mobiel heeft gezien, niet met het proces-verbaal van politie en kan het door verdachte bedoelde bezoek aan de sportschool niet in die zin aan deze bewuste vrijdagmiddag de 27e juli 2012 worden gelinkt. Het hof stelt vast dat de verklaring van verdachte op dit punt als feitelijk onjuist moet worden bestempeld.
Het hof vindt in de ter zitting gehoorde getuigen en de overgelegde schriftelijke verklaring evenmin bevestiging van het door verdachte gestelde bezoek aan de sportschool op vrijdagmiddag 27 juli 2012.
Het hof kent betekenis toe aan het feit dat de getuigenverklaringen ter zitting van het hof van 13 juni 2012 bijna een jaar na het gestelde sportschoolbezoek zijn afgelegd en dat er geen aanwijzingen bestaan dat de getuigen die vrijdagmiddag een bijzondere belangstelling voor het doen en laten van verdachte hadden, of dienden te hebben.
De getuigen hebben in die zin - en niet meer dan dat - verklaard dat verdachte in verband met een ophanden zijnde kickbokswedstrijd in september 2012 “altijd” op vrijdag in de sportschool aanwezig was en dat zij 'haast wel zeker' of 'zeker weten' dat dit op 27 juli 2012 ook het geval moet zijn geweest. Tegen de achtergrond van deze omstandigheden mogen op grond van algemene ervaringsregels vraagtekens worden geplaatst bij de feitelijke juistheid van al te zekere uitlatingen aangaande die betreffende vrijdagmiddag.
Alles afwegend acht het hof de verklaringen van deze getuigen derhalve niet voldoende geloofwaardig om relevant tegenwicht te kunnen bieden aan het zich in het dossier bevindend bewijs dat ten nadele van de verdachte getuigt.
Concluderend acht het hof de verklaringen van [medeverdachte1] betrouwbaar. Daarnaast worden zijn verklaringen op voldoende punten ondersteund door ander bewijs. Verdachte heeft geen alibi. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de hem onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan. Het hof verwerpt de gevoerde verweren.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging verkregen, dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1
primair:
hij op 27 juli 2012 te Assen tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheiden geld en munten en sieraden toebehorende aan [benadeelde], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededaders
  • het pand van die [benadeelde] is/zijn binnengegaan en
  • een pistool/vuurwapen op die [benadeelde] hebben gericht en
  • zogenoemde duct tape op de mond van die [benadeelde] hebben geplakt en
  • daarbij de volgende woorden tegen die [benadeelde] hebben gezegd: "Ik wil geld en goud" en
  • vervolgens de armen van die [benadeelde] met zogenoemde tie rips hebben vastgemaakt aan stoelleuningen en
  • vervolgens de volgende woorden tegen die [benadeelde] hebben gezegd: "En nu de kluissleutels";
2
primair:
hij op 8 mei 2012 te Staphorst, op de openbare weg, te weten de [straat], althans een openbare weg, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een auto, inhoudende een koffer met daarin onder andere een geldbedrag en goud en zilver en sieraden en munten en een mobiele telefoon, toebehorende [slachtoffer] en/of [bedrijf] en/of [slachtoffer2], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat mededader [medeverdachte1]
  • een groot vleesmes op korte afstand en in de richting van die [slachtoffer] hebben gehouden, terwijl die [slachtoffer] zich in een auto met een geopend bestuurdersportier bevond en
  • daarbij de volgende woorden tegen die [slachtoffer] hebben gezegd : "Uitstappen", en die [slachtoffer] hebben gedwongen uit zijn auto te gaan en
  • vervolgens in die auto zijn gegaan en
  • vervolgens met die auto zijn weg gereden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
het onder 2 primair bewezen verklaarde levert op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een afpersing van een vertegenwoordiger in goud en aan diefstal met geweld op een munthandelaar. Bij de afpersing heeft het slachtoffer onder bedreiging van een mes zijn auto, met daarin waardevolle spullen, moeten afstaan. Bij de overval op de munthandel is de 77-jarige munthandelaar door medeverdachten met een vuurwapen bedreigd, is hij met tie-wraps aan zijn stoel vastgebonden, is zijn mond met tape afgeplakt en hebben de medeverdachten de kluis leeggehaald. Beide keren had de buit een grote waarde.
Dit betreft, ook in zijn soort, zeer ernstige feiten. Verdachte en zijn medeverdachten hebben, puur uit het oogpunt van geldelijk gewin, een voor de slachtoffers zeer bedreigende en angstaanjagende situatie gecreëerd. De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke feiten daarvan vaak een langdurige en ernstige psychische nasleep van ondervinden. Dit blijkt ook daadwerkelijk uit de verklaring van het slachtoffer [benadeelde] die is gevoegd bij de vordering van de benadeelde partij. Uit deze verklaring wordt duidelijk dat het slachtoffer en zijn vrouw nog dagelijks de gevolgen ondervinden van de gewapende overval en dat ze nog steeds schrikken wanneer de telefoon gaat of wanneer er een onbekend persoon onverwachts op de stoep staat. Het vertrouwen in de medemens is afgenomen. [benadeelde] schrijft dat hij en zijn vrouw deze gewapende overval de rest van hun leven bij zich zullen dragen. Verdachte en zijn mededaders kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor het leed van [benadeelde].
Daarnaast ontstaan bij overvallen als de onderhavige gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving als geheel. Op dergelijke feiten kan naar het oordeel van het hof niet anders worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 30 oktober 2012 waaruit blijkt dat verdachte eerder wegens vermogensdelicten is veroordeeld.
Gezien het vorenstaande, mede gezien de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting, acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren - zoals opgelegd door de rechter in eerste aanleg en zoals is geëist door de advocaat-generaal passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een onderbouwde vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 17.987,71. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.650,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De gestelde schade is evenmin gemotiveerd bestreden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair en 2 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 1 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 17.987,71 (zeventienduizend negenhonderdzevenentachtig euro en eenenzeventig cent) bestaande uit € 16.337,71 (zestienduizend driehonderdzevenendertig euro en eenenzeventig cent) materiële schade en € 1.650,00 (duizend zeshonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], een bedrag te betalen van
€ 17.987,71 (zeventienduizend negenhonderdzevenentachtig euro en eenenzeventig cent) bestaande uit € 16.337,71 (zestienduizend driehonderdzevenendertig euro en eenenzeventig cent) materiële schade en € 1.650,00 (duizend zeshonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
154 (honderdvierenvijftig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Aldus gewezen door
mr. L.T. Wemes, voorzitter,
mr. A. Dijkstra en mr. J. Dolfing, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 27 juni 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.