ECLI:NL:GHARL:2013:4051

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
6 juni 2013
Publicatiedatum
23 juni 2013
Zaaknummer
KS 24-002861-12 6-6-2013
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woningovervallen en witwassen met schadevergoeding aan benadeelde partijen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is veroordeeld voor het plegen van twee woningovervallen en een poging daartoe, alsook voor witwassen. De overvallen vonden plaats in juni 2012, waarbij de verdachte samen met een mededader gebruik maakte van geweld en bedreiging om geld en sieraden te stelen van kwetsbare ouderen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren. Het hof heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank had eerder al vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader bewust seniorenwoningen als doelwit hadden gekozen, omdat zij dachten dat ouderen gemakkelijker te overvallen waren. Het hof heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij de slachtoffers ernstige psychische gevolgen ondervonden van de overvallen. De verdachte heeft geen spijt betuigd en het hof heeft geen strafmatigende omstandigheden gevonden. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen, waarbij de schadevergoeding voor de benadeelde partij [benadeelde2] is vastgesteld op € 1.090,00 en voor [benadeelde1] op € 13.344,72. Het hof heeft de verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen en onttrekking aan het verkeer gelast, en de teruggave van andere voorwerpen aan de rechthebbenden bevolen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 24-002861-12
Uitspraak d.d.: 6 juni 2013
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 11 december 2012 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1986],
thans verblijvende in Huis van Bewaring Zwolle te Zwolle.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 23 mei 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De advocaat-generaal heeft tevens gevorderd de vorderingen van de benadeelde partijen volledig (hoofdelijk) toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd het beslag af te doen, conform de beslissing van de rechtbank. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. H. Tadema, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 28 juni 2012 te [plaats], gemeente [gemeente1], op een tijdstip gelegen tussen 00.00 uur en 01.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [straat1], alwaar hij en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende heeft/hebben bevonden, heeft weggenomen een grote hoeveelheid waardevolle sieraden en/of andere sieraden, een hoeveelheid geld, sleutels, één of meer portemonnees met inhoud (waaronder geld, bankpassen en een identiteitskaart), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde1] en/of [benadeelde2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij hij en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door middel van inklimming en welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde1] en/of [benadeelde2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
  • gemaskerd en/of met (een) over het hoofd getrokken muts(en) en/of panty(s) die woning aan de [straat1] is binnen gegaan en/of
  • een mes en/of een hamer, in de richting van het lichaam van die [benadeelde2] heeft gehouden en/of
  • die [benadeelde2] onder bedreiging met het mes en/of een hamer heeft gedwongen om naar de woonkamer en/of de slaapkamer te lopen en/of in bed te gaan liggen en/of die [benadeelde2] en [benadeelde1] onder bedreiging van het mes en/of een hamer in bed te laten liggen en/of
  • daarbij/daarna die [benadeelde2] en/of [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Ik wil alles van je hebben" en/of "We moeten dit doen. We zijn in hoge nood.", althans dergelijk woorden van dreigende aard en strekking;
2:
hij op of omstreeks 26 juni 2012 te [plaats], gemeente [gemeente1] op een tijdstip tussen 02.00 uur en 03.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [straat2] weg te nemen geld en/of sieraden en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer1] en/of[slachtoffer2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
  • naar de bedoelde woning is gelopen en/of
  • een) (bivak)muts(en) en/of panty(s) over het hoofd heeft (aan)getrokken en/of
  • een mes en/of een hamer heeft meegenomen en/of voor handen heeft gehad en/of - zich naar de voordeur van de bedoelde woning heeft begeven met medeneming van dat mes/die hamer en bij de genoemde woning heeft aangebeld en/of
  • het mes en/of de hamer in de richting van die [slachtoffer1] heeft gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3:
hij op of omstreeks 14 juni 2012 op een tijdstip gelegen tussen 02.00 uur en 04.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd te [plaats], gemeente [gemeente1], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [straat3], alwaar hij en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond/bevonden, heeft weggenomen een zwarte sieradendoos (bevattende een grote hoeveelheid gouden en zilveren sieraden) en/of andere sieraden (waaronder gouden horloges), sleutels, portemonnee(s) met inhoud (waaronder een bankpas, geld en een identiteitskaart), in elk geval enig goed en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer3] en/of[slachtoffer4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
  • gemaskerd en/of met (een) over het hoofd getrokken muts(en) en/of panty(s) die woning aan de [straat3] is binnengegaan en/of naar die [slachtoffer3], welke zich in de woonkamer bevond, is toegelopen en/of
  • een mes en/of een hamer in de richting van het lichaam van die [slachtoffer3] en/of die [slachtoffer4] heeft gehouden en/of
  • die [slachtoffer3] meermalen bij de armen heeft beetgepakt en/of daaraan heeft getrokken en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer3] heeft geduwd en/of
  • die [slachtoffer3] onder bedreiging met een mes heeft gedwongen om naar sieraden en/of geld te zoeken en/of
  • daarbij/daarna die [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] de woorden heeft toegevoegd: "Rustig maar, ik wil alleen maar geld" en/of "Als ik daar geld vind, dan gaan jullie er allemaal aan" en/of "Ik wil geld en sieraden en als je dat geeft, dan gebeurt er niets", althans dergelijke woorden van dreigende aard of strekking;
4:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 juni 2012 tot en met 30 juni 2012, in de gemeente [gemeente1] en/of gemeente [gemeente2], althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten een hoeveelheid geld en/of een TV en/of voetbalkleren en/of eten en/of een schoudertas en/of een babyborn-pop en/of een fototoestel, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van (een) voorwerp(en), te weten een TV en/of voetbalkleren en/of eten en/of een schoudertas en/of een babyborn-pop en/of een fototoestel, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij (telkens) wist dat bovenomschreven voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging verkregen, dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1:
hij op 28 juni 2012 te [plaats], gemeente [gemeente1], op een tijdstip gelegen tussen 00.00 uur en 01.00 uur, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [straat1], alwaar hij en zijn mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende hebben bevonden, heeft weggenomen sieraden geld, sleutels, één of meer portemonnees met inhoud (waaronder geld, bankpassen en een identiteitskaart), toebehorende aan [benadeelde1] en/of [benadeelde2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen die [benadeelde1] en/of [benadeelde2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander:
  • met een over het hoofd getrokken muts en/of panty die woning aan de [straat1] is binnen gegaan en
  • een mes en/of een hamer, in de richting van het lichaam van die [benadeelde2] heeft gehouden en
  • die [benadeelde2] onder bedreiging met het mes en/of een hamer heeft gedwongen om naar de woonkamer en de slaapkamer te lopen en in bed te gaan liggen en die [benadeelde2] en [benadeelde1] onder bedreiging van het mes en/of een hamer in bed te laten liggen en
  • daarbij/daarna die [benadeelde2] en/of [benadeelde1] de woorden heeft toegevoegd: "Ik wil alles van je hebben" en/of "We moeten dit doen. We zijn in hoge nood.", althans dergelijk woorden van dreigende aard en strekking;
2:
hij op 26 juni 2012 te [plaats], gemeente [gemeente1], op een tijdstip tussen 02.00 uur en 03.00 uur, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [straat2] weg te nemen geld en/of sieraden en/of goederen, toebehorende aan [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer1] en/of[slachtoffer2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, tezamen en in vereniging met een ander:
  • naar de bedoelde woning is gelopen en
  • een (bivak)muts en/of panty over het hoofd heeft getrokken en
  • een mes heeft meegenomen en voor handen heeft gehad en
  • zich naar de voordeur van de bedoelde woning heeft begeven met medeneming van dat mes en bij de genoemde woning heeft aangebeld en
  • het mes in de richting van die [slachtoffer1] heeft gehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3:
hij op 14 juni 2012 op een tijdstip gelegen tussen 02.00 uur en 04.00 uur te [plaats], gemeente [gemeente1], gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [straat3], alwaar hij en zijn mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, heeft weggenomen een zwarte sieradendoos (bevattende gouden en zilveren sieraden) en andere sieraden (waaronder gouden horloges), sleutels, portemonnee(s) met inhoud (waaronder een bankpas, geld en een identiteitskaart), toebehorende aan [slachtoffer3] en/of[slachtoffer4], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander:
  • gemaskerd en/of met (een) over het hoofd getrokken muts(en) en/of panty(s) die woning aan de [straat3] is binnengegaan en/of naar die [slachtoffer3], welke zich in de woonkamer bevond, is toegelopen en
  • een mes en/of een hamer in de richting van het lichaam van die [slachtoffer3] en/of die [slachtoffer4] heeft gehouden en
  • die [slachtoffer3] meermalen bij de armen heeft beetgepakt en/of daaraan heeft getrokken en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer3] heeft geduwd en
  • die [slachtoffer3] onder bedreiging met een mes heeft gedwongen om naar sieraden en/of geld te zoeken en
  • daarbij/daarna die [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] de woorden heeft toegevoegd: "Rustig maar, ik wil alleen maar geld" en/of "Als ik daar geld vind, dan gaan jullie er allemaal aan" en/of "Ik wil geld en sieraden en als je dat geeft, dan gebeurt er niets", althans dergelijke woorden van dreigende aard of strekking;
4:
hij in de periode van 14 juni 2012 tot en met 30 juni 2012, in de gemeente [gemeente1] en/of gemeente [gemeente2], telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen, voorwerpen, te weten een hoeveelheid geld en een TV en voetbalkleren en eten en een schoudertas en een babyborn-pop en een fototoestel, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, terwijl hij telkens wist dat bovenomschreven voorwerpen -onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren uit enig misdrijf.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 en 3 bewezen verklaarde levert op:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken , en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachte schuldig gemaakt aan tweemaal een woningoverval en een poging daartoe. Tevens wordt verdachte verweten dat hij zich meermalen heeft schuldig gemaakt aan witwassen.
De rechtbank heeft overwogen:
'Verdachte en zijn mededader hebben bewust seniorenwoningen als doelwit uitgekozen, omdat, zoals verdachte heeft verklaard, ouderen kwetsbaarder zijn en aldus gemakkelijker te overvallen zijn en omdat bij die leeftijdsgroep vaak veel geld en sieraden in huis zijn. Bij de woningovervallen is gebruik gemaakt van een mes en een hamer, was het gezicht van verdachte en zijn mededader bedekt, hetgeen in zijn algemeenheid (in een dergelijke situatie) meer angst aanjaagt en zijn de slachtoffers, in alle gevallen aldus kwetsbare ouderen, op ernstige wijze bedreigd. Verdachte en zijn mededader zijn in de woon- en slaapkamer van de slachtoffers geweest, bij uitstek plaatsen waar de slachtoffers zich veilig hadden moeten voelen. Door aldus te handelen hebben verdachte en zijn mededader op grove wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers. Verdachte en zijn mededader hebben daardoor niet alleen gevoelens van angst en onveiligheid teweeggebracht bij de slachtoffers, maar ook bij de samenleving als geheel. Dergelijke feiten veroorzaken grote maatschappelijke onrust. Het mag als een feit van algemene bekendheid worden verondersteld dat slachtoffers van dit soort traumatische ervaringen als gevolg daarvan te kampen kunnen krijgen met grote psychische problemen, waardoor zij geruime tijd in hun (dagelijks) functioneren kunnen worden belemmerd, zoals onder meer blijkt uit de toelichting bij de door de benadeelde partijen ingediende vordering en/of slachtofferverklaring.
De rechtbank overweegt voorts dat verdachte en zijn mededader volstrekt gewetenloos en puur met het oog op geldelijk gewin hebben gehandeld, zoals onder meer blijkt uit de omstandigheid dat zij de buit van de roofovervallen telkens direct (deels) te gelde hebben gemaakt door die buit, telkens omvangrijke hoeveelheden goud en sieraden, slechts zeer korte tijd na de woningoverval te verkopen en van de opbrengst onder meer diverse voornamelijk (luxe) goederen en kleding aan te schaffen en uit eten te gaan.'
Hoewel verdachte ter zitting van het hof te kennen heeft gegeven zichzelf niet te herkennen in de term 'gewetenloos', sluit het hof zich volledig aan bij hetgeen de rechtbank heeft overwogen met betrekking tot de verwerpelijkheid van deze feiten. Het hof tekent daarbij aan dat de door de rechtbank - en het hof - gebezigde kwalificatie 'gewetenloos' betrekking heeft op de door de verdachte (mede) verrichtte criminele handelingen; het stellen van een diagnose van verdachtes persoonlijkheid is hiermee niet beoogd. Aan de verwerpelijkheid doet dit evenwel niet af - het betreffen ronduit laffe en misselijke feiten. Voor de slachtoffers is de overval een zeer beangstigende ervaring geweest waarvan zij - zoals hiervoor genoemd - grote gevolgen ondervinden. Dergelijke overvallen zorgen daarnaast ook maatschappelijk voor grote gevoelens van onrust en onveiligheid.
Het hof heeft daarnaast gelet op het de verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister van 1 mei 2013, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder wegens soortgelijke feiten is veroordeeld.
Aan hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht, ontleent het hof geen strafmatigende argumenten. De stelling dat de verdachte zich 'slechts' heeft laten meeslepen door zijn toentertijd 16-jarige mededader acht het hof ongeloofwaardig. Daarnaast ontberen de spijtbetuigingen van de verdachte iedere overtuigingskracht - van bij de verdachte bestaand oprecht berouw en/of compassie met zijn slachtoffers is het hof niet gebleken.
Het hof is met de rechtbank van oordeel dat voor feiten als de onderhavige alleen een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Het hof zal verdachte derhalve - evenals de rechtbank - veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren onvoorwaardelijk.

Beslag

Het hof is van oordeel dat de voorwerpen, vermeld onder de nummers 2, 3, 4, 6, 9, 10, 38, 39, 40 en 41 op de aan dit arrest gehechte fotokopie van de lijst in beslag genomen voorwerpen, dienen te worden verbeurdverklaard, omdat deze voorwerpen aan de verdachte toebehoren en deze voorwerpen geheel of grotendeels door middel van de bewezen verklaarde feiten zijn verkregen.
Het hof is van oordeel dat de voorwerpen, vermeld onder de nummers 5 en 8 op de voornoemde lijst van in beslag genomen voorwerpen, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, omdat het voorwerpen zijn met behulp van welke de onder 1 en/of 2 en/of 3 bewezen verklaarde feiten zijn begaan of voorbereid, terwijl dit voorwerpen van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarin in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Het hof zal de teruggave aan de rechthebbende gelasten van de aan hem/haar toebehorende voorwerpen onder de nummers 1, 7, 33, 34, 35, 36, en 37 op voornoemde lijst van in beslag genomen voorwerpen, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.090,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 13.344,72. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36c, 36f, 45, 47, 57, 310, 312 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de voorwerpen vermeld onder de nummers 2, 3, 4, 6, 9, 10, 38, 39, 40 en 41 op de aan dit arrest gehechte fotokopie van de lijst van in beslag genomen goederen.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de voorwerpen vermeld onder de nummers 5 en 8, op voornoemde beslaglijst.
Gelast de
teruggaveaan rechthebbende van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de voorwerpen met de nummers 1, 7, 11, 33, 34, 35, 36 en 37 op voornoemde beslaglijst.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde2]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde2] ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.090,00 (duizend negentig euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde2], een bedrag te betalen van
€ 1.090,00 (duizend negentig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde1] ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 13.344,72 (dertienduizend driehonderdvierenveertig euro en tweeënzeventig cent) bestaande uit € 11.844,72 (elfduizend achthonderdvierenveertig euro en tweeënzeventig cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde1], een bedrag te betalen van
€ 13.344,72 (dertienduizend driehonderdvierenveertig euro en tweeënzeventig cent) bestaande uit € 11.844,72 (elfduizend achthonderdvierenveertig euro en tweeënzeventig cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
101 (honderdéén) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door
mr. L.J. Hofstra, voorzitter,
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg en mr. W. Foppen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 6 juni 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.