ECLI:NL:GHARL:2013:2333
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Sekeris
- J. Dijkstra
- M. van Schuijlenburg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de hoogte van de dwangsom in WAHV-procedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, die op 20 juni 2012 een beroep van de betrokkene gegrond verklaarde. De kantonrechter oordeelde dat de officier van justitie een dwangsom van € 740,- had verbeurd wegens het niet tijdig nemen van een besluit. De betrokkene, die in Amsterdam woont, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. De officier van justitie heeft ook hoger beroep ingesteld, maar dit beroep later ingetrokken. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend, maar heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de nadere toelichting van de betrokkene. De zaak is behandeld op 20 maart 2013, waarbij de betrokkene aanwezig was en een verzoek tot vergoeding van proceskosten indiende.
De beoordeling van het hof richt zich op de vraag of het hof bevoegd is om kennis te nemen van het hoger beroep. De advocaat-generaal stelt dat de beslissing van de kantonrechter niet kan worden aangemerkt als een beslissing in de zin van de WAHV, en dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De betrokkene betoogt dat het hof wel bevoegd is, omdat de beslissing van de kantonrechter ook betrekking heeft op de verbeurte van dwangsommen.
Het hof overweegt dat de bevoegdheid om hoger beroep in te stellen is neergelegd in de WAHV, en dat dit alleen mogelijk is als de opgelegde sanctie meer bedraagt dan € 70,-. In dit geval is de sanctie door de officier van justitie ongedaan gemaakt, waardoor het hof zich onbevoegd acht om van het hoger beroep kennis te nemen. Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk en wijst het verzoek tot vergoeding van proceskosten af.