Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Beoordeling
kanverklaren ingeval de zekerheidstelling niet binnen de daartoe gestelde termijn is voldaan. De betrokkene had niet hoeven begrijpen dat dit ook daadwerkelijk zou gebeuren, zo meent de gemachtigde. Daar komt bij dat in de zekerheidsbrieven niet kenbaar is gemaakt dat de verplichting tot zekerheidstelling kan worden opgeheven op grond van financieel onvermogen. Als de betrokkene dat had geweten, had hij een daartoe strekkend verzoek kunnen doen. Voorts heeft de betrokkene uit de zekerheidsbrieven niet kunnen afleiden dat het stellen van zekerheid iets anders is dan het voldoen van de sanctie; hij meende dat hij werd aangespoord de sanctie alvast te voldoen, terwijl hij eerst wilde dat de zaak door de kantonrechter zou worden beoordeeld. De gemachtigde meent dat deze veronderstellingen de betrokkene - die een leek is op juridisch gebied - niet kunnen worden aangerekend.
kan- in plaats van
zal- verklaren. Aldus is op verkorte wijze weergegeven wat in de laatste volzin van artikel 11, derde lid, van de WAHV is bepaald. De zekerheidsbrief begint met te wijzen op de wettelijke verplichting tot zekerheidstelling. De betrokkene kan dus aan het feit, dat in de brief staat, dat de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk "kan" verklaren niet de verwachting ontlenen, dat er een gerede kans is dat dit niet zal gebeuren, indien geen zekerheid wordt gesteld. Daar komt nog bij, dat een verdergaande formulering in de brieven van de officier van justitie -erop neerkomende dat de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk zal verklaren indien niet tijdig zekerheid is gesteld- rechtens niet mogelijk is nu het aan de kantonrechter - en niet aan de officier van justitie - is om consequenties aan het niet tijdig stellen van zekerheid te verbinden.