Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
De omvang van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2009 tot en met 30 juni 2009 te [plaats] in de gemeente [gemeente], door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2009 tot en met 30 juni 2009 te [plaats] in de gemeente [gemeente], door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging
‘Ik vind dat ik aanranding heb gepleegd. Ik heb moeite met het woord “aanranding”.’Uit de woordelijke weergave blijkt echter dat verdachte feitelijk heeft gezegd:
‘Daar kom je weer met het woord “aanranding”. Ik heb moeite met het woord “aanranding”.’De rechtbank concludeert (daardoor) in haar vonnis ten onrechte dat verdachte zijn verklaringen ter terechtzitting heeft afgezwakt, aldus de raadsman, en houdt hem aan zijn ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaringen.
Vrijspraak
inhaar beha is geweest, maar wel bij de rand daarvan en wellicht ook “een klein stukje”
onderdie rand. Tijdens het masseren heeft hij haar een kus op de schouder gegeven. Daar schrok ze van. Ze stond op, trok haar t-shirt aan en liep weg. Verdachte zou haar bij de deur slechts hebben tegengehouden om zijn excuses aan te bieden en geenszins – zoals ten laste is gelegd – om haar de doorgang te belemmeren. Hij begreep dat hij, in elk geval in haar ogen, te ver was gegaan.