Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
black-outheeft gehad waardoor het ten laste van verdachte bewezengeachte rijgedrag hem niet kan worden verweten en verdachte derhalve van het primair ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken. Beoordeling van dat verweer dient te geschieden aan de hand van de vraag of aannemelijk is geworden dat verdachte ten tijde van het ongeval in een de toestand van een black-out verkeerde. Het hof is van oordeel dat die vraag negatief dient te worden beantwoord, anders gezegd het hof acht niet aannemelijk dat verdachte is overvallen door een
black-out. Daartoe heeft het hof om te beginnen in aanmerking genomen dat verdachte voor noch na het ongeval ooit is overvallen door een
black-out. Voorts acht het hof het niet aannemelijk dat de naast verdachte op de passagiersstoel zittende echtgenote niets zou hebben gedaan indien sprake was van een dergelijke toestand bij verdachte, temeer daar verdachte en zijn echtgenote blijkens hun eigen verklaringen kort voor het ongeval nog met elkaar in gesprek waren.