5.11.Ook deze klachtonderdelen zijn naar het oordeel van het hof ongegrond. Partijen hebben bij monde van hun advocaat (vgl. rov. 3.7) ingestemd om tot een partiële verdeling te komen. Het getuigt niet van partijdigheid dat de notaris op het door hen ingeslagen pad is voortgegaan. Daarbij komt dat a) de volmacht (genoemd onder rov. 3.10) niet door de notaris maar door [naam 1] is opgesteld en b) de notaris géén gebruik heeft gemaakt van deze volmacht.
Klachtonderdeel 6: de notaris schendt haar zwaarwegende zorgplicht waaronder haar informatieplicht en behandelt het dossier niet voortvarend, noch zorgvuldig.
5.12.Klaagster stelt dat uit de ver uiteenlopende data van de door de notaris aangeleverde concepten blijkt dat van enige voortvarendheid geen sprake kan zijn. Daarnaast blijkt uit de door klaagster aangeleverde stukken, aldus klaagster, dat de notaris op veel vragen van (de advocaat van) klaagster geen antwoord heeft (willen) (ge)geven.
5.13.De notaris brengt naar voren dat op haar slechts een inspanningsverplichting rust ter zake van de voorbereiding van de akte. Aan deze verplichting heeft zij voldaan doordat zij zes concepten heeft opgesteld. Omdat partijen niet tot overeenstemming konden komen heeft zij de akte niet kunnen passeren. De notaris kan dit niet worden verweten.
5.14.Uit het procesdossier blijkt dat partijen, onder meer, in discussie zijn geraakt over de vaststellingsovereenkomst en de boedelbeschrijving. Ook is discussie ontstaan over de wenselijkheid om de nalatenschap slechts partieel te verdelen. Een en ander heeft geleid tot een veelheid aan verzoeken van de kant van (de advocaat van) klaagster en [naam 1] (vgl. ook het door notaris in eerste aanleg overgelegde overzicht (bijlage 3) waarin de voornoemde verzoeken over en weer in chronologische volgorde zijn uiteengezet) om de door de notaris voorgelegde concepten te laten aanpassen. Dat hierdoor de afwikkeling aanzienlijk is vertraagd kan de notaris niet worden aangerekend. Klachtonderdeel 6 is daarom ongegrond.
Klachtonderdeel 7: de notaris verstrekt aan de verwachters geen notariële boedelbeschrijving van zaken die onder het bewind vallen.
5.15.Klaagster verwijt de notaris dat zij ten onrechte geen boedelbeschrijving heeft opgemaakt. De notaris is van oordeel dat het opmaken van een boedelbeschrijving behoort tot de taak van de executeur/afwikkelingsbewindvoerder, in dit geval [naam 1] , en dus niet van de notaris. De boedelbeschrijving is in dit geval dan ook opgemaakt door [naam 1] . Dat partijen over de inhoud hiervan in discussie zijn geraakt kan de notaris niet worden verweten. Zij staat buiten deze discussie.
5.16.Het hof is van oordeel dat dit verwijt niet het handelen van de notaris treft. De notaris was immers geen executeur zodat het ook niet haar taak was om een boedelbeschrijving op te maken. Uit het dossier blijkt ook niet van een opdracht daartoe. De notaris heeft geen rol gespeeld in de door [naam 1] opgestelde boedelbeschrijving. Het kan de notaris niet worden aangerekend dat hierover onenigheid is ontstaan. Ook deze klacht is daarom ongegrond.
Klachtonderdeel 8:
de notaris handelt niet kundig door onjuiste (juridische) beweringen te doen inzake het testamentair bewind en de bevoegdheden van [naam 2] .
5.17.Onder verwijzing naar een toelichting in het onder rov. 4 genoemde stuk van 12 mei 2023 stelt klaagster dat de notaris onjuiste (juridische) beweringen heeft gedaan inzake het testamentair bewind van [naam 2] . De notaris verweert zich door te stellen dat het niet aan klaagster is om zich hierover te beklagen: de verweten handelingen zien op [naam 2] en de Stichting [naam 2] . In het kader van haar opdracht ziet de notaris overigens secuur toe op de (testamentaire) positie van [naam 2] . De notaris stelt bovendien dat klaagster haar klacht op dit punt onvoldoende heeft onderbouwd en dat de klacht reeds daarom als ongegrond moet worden aangemerkt.
5.18.Uit het dossier is niet gebleken dat de notaris onjuiste juridische beweringen heeft gedaan over de positie en de bevoegdheden van [naam 2] en het testamentaire bewind. Klaagster heeft haar klacht op dit punt onvoldoende concreet gemaakt dan wel onderbouwd. Het hof heeft nadrukkelijk kennis genomen van de door klaagster overgelegde toelichting (onder de randnummers 22 tot en met 28) van 12 mei 2023 maar ook daaruit blijkt niet van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de notaris. Klachtonderdeel 8 is daarom onterecht voorgesteld.
Klachtonderdeel 9: de notaris polariseert en veroorzaakt volstrekt onnodig nieuwe geschillen tussen de erfgenamen, hetgeen een redelijk handelend notaris nalaat.
5.19.Klaagster brengt naar voren dat het tot de kerntaak van de notaris behoort om in het belang van de rechtszekerheid een notariële akte zodanig te redigeren dat hierdoor zo min mogelijk geschillen (kunnen) ontstaan. De notaris doet het tegendeel en veroorzaakt onnodig nieuwe geschillen.
5.20.De notaris stelt dat zij juist heeft geprobeerd om een bijdrage te leveren aan een oplossing voor de voortdurende discussies. Aan de hand van de wensen van klaagster en [naam 1] heeft de notaris verschillende conceptaktes gemaakt. Zij heeft dit gedaan vanuit een onafhankelijke en onpartijdige positie. De kwalificatie “polariseren” is niet passend voor haar handelen. De notaris wijst op de sinds jaren bestaande geschillen tussen klaagster en [naam 1] . Er is geen sprake van “nieuwe” geschillen. De notaris is bovendien niet verantwoordelijk voor het veroorzaken hiervan.
5.21.Onder verwijzing naar hetgeen het hof reeds onder rov. 5.14 heeft overwogen blijkt uit het overgelegde procesdossier dat (de advocaten van) partijen bij herhaling gedurende langere tijd over en weer wijzigingsverzoeken hebben ingediend ten aanzien van de door de notaris opgestelde conceptakte(s). Niet is gebleken dat dit het gevolg is geweest van (polariserende) gedragingen van de kant van de notaris. Dat als gevolg van de aanhoudende conflicten de afwikkeling van de nalatenschap ernstig is vertraagd kan de notaris niet worden aangerekend. Ook klachtonderdeel 9 is ongegrond.
Klachtonderdeel 10: de notaris schrapt artikel 8 van de vaststellingsovereenkomst “depot” uit de akte zonder enige nadere toelichting die ontbreekt.
5.22.Klaagster verwijt dat notaris dat zij in de conceptakte(s) artikel 8 van de overeengekomen vaststellingsovereenkomst betreffende het aanhouden van een depot van € 200.000,- ten behoeve van de betaling van de erfbelasting zonder enige nadere toelichting heeft geschrapt. Het is klaagster bekend geworden dat de notaris niet heeft gezorgd voor de betaling van de verschuldigde erfbelasting. Het past de notaris niet dat zij daarover aan de overige erfgenamen geen enkele mededeling heeft gedaan.
5.23.De notaris brengt naar voren dat klaagster ervan op de hoogte was dat niet zij maar [naam 1] in september 2021 de aanslag erfbelasting heeft voldaan. Het was daarom niet nodig om in de conceptakte(s) artikel 8 van de vaststellingsovereenkomst over dit depot te citeren. Bij de notaris staat nu nog een restbedrag in depot in afwachting van separate afspraken tussen klaagster en haar broers over de verdeling hiervan.
5.24.De notaris heeft een e-mailbericht van [naam 1] aan de notaris en de advocaat van klaagster van 22 september 2021 overgelegd waaruit blijkt dat [naam 1] de aanslag erfbelasting heeft voldaan. Klaagster was dus op de hoogte van het feit dat de betreffende aanslag inmiddels was betaald. De notaris heeft zich daarom terecht op het standpunt mogen stellen dat het niet nodig was om in de conceptakte(s) een verwijzing naar artikel 8 van de vaststellingsovereenkomst op te nemen. Ook dit laatste klachtonderdeel treft geen doel.