Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.STICHTING KONINKLIJKE NEDERLANDSE REDDING MAATSCHAPPIJ,
KNRM B.V.,
EXPLOITATIESTICHTING TEN BEHOEVE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE REDDING MAATSCHAPPIJ,
1.De zaak in het kort
2.Het verdere geding in hoger beroep
3.De verdere beoordeling in hoger beroep
- i) grief 1 (wie is contractuele wederpartij), voor zover deze grief ziet op Exploitatiestichting, en
- ii) grief 2 (openstaande facturen), voor zover deze grief ziet op de primaire vordering onder 2, onderdeel 1 van Poseidon .
namensPoseidon aan KNRM heeft geleverd. De enkele stelling van Poseidon dat het “
altijd al de normale gang van zaken was” dat S1 rechtstreeks aan KNRM leverde, volstond in dit verband niet. Die stelling van Poseidon gaat voorbij aan het betoog van KNRM dat S1 geen zaken meer met Poseidon wilde doen en zich jegens Poseidon op een opschortingsrecht beriep, waardoor Poseidon niet meer aan KNRM kon leveren, dus niet direct, noch via S1. Dit betoog van KNRM wordt ondersteund door de (aangetekend verzonden) brief van 17 juli 2019 van KNRM aan Poseidon waarin KNRM, kort gezegd, Poseidon erop aanspreekt dat S1 weigerde nog leveringen te doen aan Poseidon vanwege (forse) betalingsachterstanden, en waarin KNRM meedeelt dat zij vanwege het veiligheidsrisico voor de opstappers van de reddingsboten genoodzaakt is de afwikkeling van de orders rechtstreeks met S1 te regelen. Poseidon heeft hier onvoldoende tegenovergesteld. Hierbij gaat het hof voorbij aan de stukken die Poseidon heeft overgelegd als productie 6 bij haar akte na tussenarrest van 3 oktober 2023, omdat KNRM gemotiveerd de bewijswaarde van deze stukken heeft betwist, en Poseidon (ook) daar onvoldoende tegenover heeft gesteld.
- de door haar ter zitting genoemde facturen van S1 aan Poseidon met betrekking tot de 29 posten;
- de onderliggende stukken van de procedure in [plaats 2] waaruit volgens Poseidon blijkt dat in die procedure door S1 (mede) betaling wordt gevorderd van genoemde facturen,
niet van S1 heeft ontvangen”. Anders dan het hof bij de zitting van Poseidon had begrepen, loopt er kennelijk ook
geen procedurewaarin door S1 betaling wordt gevorderd van de facturen waarop Poseidon ter zitting doelde. Het koppelen door Poseidon van enkele van haar facturen aan (vermeende) facturen van S1, zoals zij op de laatste twee pagina’s van haar akte van 14 januari 2025 heeft gedaan, kan het voorgaande niet repareren, reeds omdat de koppeling die Poseidon maakt oncontroleerbaar is, doordat de facturen van S1 ontbreken.
12.434,-(2 punten × tarief VIII (€ 6.217,-))