ECLI:NL:GHAMS:2025:915
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging bestreden beschikking inzake kinderalimentatie en wijziging ingangsdatum
In deze zaak gaat het om de kinderalimentatie die de man aan de vrouw moet betalen voor hun twee minderjarige kinderen. De rechtbank Noord-Holland had eerder bepaald dat de man vanaf 1 februari 2023 een bedrag van € 510,80 per maand moest betalen. De man is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. De vrouw is het wel eens met de beschikking van de rechtbank. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De man heeft aangevoerd dat de ingangsdatum van de kinderalimentatie ten onrechte op 1 februari 2023 is vastgesteld, omdat hij niet op de hoogte was van het verzoek tot herberekening van de alimentatie. De vrouw betwist dit en stelt dat de man wel degelijk op de hoogte was van de wijziging van omstandigheden.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden en heeft de kinderalimentatie opnieuw beoordeeld. Het hof heeft de ingangsdatum van de kinderalimentatie vastgesteld op 28 september 2023, de datum van indiening van het verzoekschrift door de vrouw. Het hof heeft de draagkracht van beide ouders beoordeeld en geconcludeerd dat de man in staat is om de door de rechtbank vastgestelde kinderalimentatie te betalen. De man heeft echter onvoldoende inzicht gegeven in zijn financiële situatie, waardoor het hof niet kon vaststellen of hij daadwerkelijk minder kon betalen. Het hof heeft uiteindelijk besloten dat de man € 510,80 per maand moet blijven betalen, met de bepaling dat als hij in de periode van 1 februari 2023 tot 28 september 2023 meer heeft betaald, dit niet teruggevorderd kan worden van de vrouw, omdat de ontvangen alimentatie is aangewend voor de kinderen.