ECLI:NL:GHAMS:2025:910
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake draagplicht voor schulden na echtscheiding met internationale elementen
In deze zaak heeft de vrouw hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin de echtscheiding tussen haar en de man werd uitgesproken. De rechtbank had bepaald dat beide partijen voor de helft draagplichtig zijn voor verschillende schulden, waaronder een studieschuld en belastingschulden. De vrouw betwistte deze beslissing en stelde dat zij niet verantwoordelijk moest worden gehouden voor de schulden van de man. De mondelinge behandeling vond plaats op 27 februari 2025, waarbij beide partijen aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten en een tolk. Het huwelijk van partijen, dat in 2016 in India werd gesloten, is op 2 oktober 2024 ontbonden. Het hof heeft de rechtsmacht van de Nederlandse rechter bevestigd en Nederlands recht toegepast. Het hof oordeelde dat de vrouw niet kon aantonen dat de schulden niet in de gemeenschap van goederen vallen en dat de draagplicht bij helfte niet onaanvaardbaar is. De beslissing van de rechtbank werd bekrachtigd, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.