ECLI:NL:GHAMS:2025:903
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kinderalimentatie en draagkracht van de vader
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, waarin de kinderalimentatie voor de minderjarige [minderjarige] is vastgesteld op € 187,- per maand, met ingang van 1 juni 2022. De vader, die in Polen woont, is van mening dat hij deze bijdrage niet kan betalen en verzoekt om de alimentatie te verlagen naar € 25,- per maand. De moeder is het eens met de beschikking van de rechtbank en verzoekt deze te bekrachtigen.
De vader heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij door psychische klachten en de zorg voor zijn zieke ouders in Polen niet kan werken en daarom niet in staat is om de alimentatie te betalen. Het hof oordeelt echter dat de vader, ondanks zijn omstandigheden, zijn verdiencapaciteit moet benutten en dat zijn keuze om voor zijn ouders te zorgen niet mag leiden tot een verwaarlozing van zijn onderhoudsverplichting jegens [minderjarige]. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, omdat de vader niet voldoende heeft aangetoond dat hij niet in staat is om de alimentatie te betalen.
De uitspraak benadrukt het belang van de onderhoudsverplichting van ouders en de noodzaak om deze te combineren met persoonlijke omstandigheden. Het hof heeft de vader aangespoord om zijn financiële situatie te verbeteren en zijn verantwoordelijkheden als ouder serieus te nemen.