Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
Cost Insurance and Freight Free Out. De bonen zijn vervoerd naar een opslagbedrijf, van waaruit de bonen (gedeeltelijk) zijn uitgeleverd aan [geïntimeerde] . Op 20 september 2018 is bij een op dat moment nog opgeslagen voorraad bonen schade vastgesteld. [geïntimeerde] claimt deze schade onder de polis. Ook stelt zij dat een deel van de reeds uitgeleverde en door haar verwerkte bonen beschadigd is. Het namens verzekeraars ingeschakelde [bedrijf 1] heeft gerapporteerd dat de schade is veroorzaakt door heating. Tevens is de omvang van de schade vastgesteld.
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Cost Insurance and Freight Free Out(CIFFO). Op 23 september 2018 is hiervoor gefactureerd. Gezien deze conditie heeft [bedrijf 3] ten behoeve van [geïntimeerde] voor de verzekering van de partij zorggedragen. De verkoper van de sojabonen, [bedrijf 3] , heeft op 9 november 2020 schriftelijk verklaard dat [geïntimeerde] de facturen van in totaal USD 12.420.000 heeft betaald.
'in a slightly unstable condition'te zijn. Vervolgens heeft [naam 2] [bedrijf 1] als expert benoemd, die op haar beurt International Surveying Centre (hierna: ISC), haar lokale Egyptische expert, heeft ingeschakeld.
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
holds. Volgens het rapport van [bedrijf 1] is hier sprake van een gelijksoortig product. Ergo heeft weliswaar betwist dat het hier gaat om een homogeen product, maar gelet op het verslag van de ter zake deskundige experts die de sojabonen daadwerkelijk hebben gezien, is het hof van oordeel dat die betwisting onvoldoende is onderbouwd. Daarbij komt dat [geïntimeerde] onbetwist gesteld heeft dat sojabonen gebruikelijk in bulk worden vervoerd, dat al deze Paraguyaanse sojabonen afkomstig waren van twee gelieerde ( [bedrijf 4] ) leveranciers en dat 34.000 mt van de totale lading (en daarmee van beide leveranciers) in de laadhaven door CIS is geïnspecteerd zonder dat hierover opmerkingen zijn gemaakt.
bargesis overgebracht naar de silo’s van NCCS. De lading is daar verdeeld over diverse silo’s (nummers [nummer 2] , [nummer 3] , [nummer 4] , [nummer 5] , [nummer 6] , [nummer 7] en [nummer 8] ). Een partij van 27.000 mt van deze voorraad is gekocht door [geïntimeerde] . [geïntimeerde] heeft daarmee een verzekerd belang gekregen op de polis. De door [geïntimeerde] gekochte sojabonen zijn echter onderdeel van een grotere bulkpartij en niet nader individueel te identificeren.
hold 1klontering is aangetroffen. Deze
holdis niettemin gelost, overgebracht naar de silo’s en door [geïntimeerde] in orde bevonden. Uit het rapport van [bedrijf 1] van 8 mei 2018 volgt dat het probleem van de klontering (caking) tijdens het lossen is opgelost. De betwisting door Ergo is in dat licht onvoldoende concreet en gemotiveerd. Het hof zal er dan ook vanuit gaan dat de voorraad in goede conditie is gelost. Daarmee kan de discussie over de kwaliteitscontrole bij inscheping verder onbesproken blijven.
‘started to occur’. Het hof gaat hierna dan ook uit van 20 september 2018 als de datum waarop de schade zich heeft geopenbaard.
- Welke partijen (inclusief [geïntimeerde] ) hadden op welk moment binnen de relevante periode aanspraak op welk deel van de hiervoor genoemde partij van ruim 43.000 mt sojabonen die is opgeslagen in silo’s [nummer 9] , [nummer 3] , [nummer 4] , [nummer 5] , [nummer 6] , [nummer 7] en [nummer 8] ?
- Welke hoeveelheden sojabonen zijn op welk moment aan welke rechthebbende uitgeleverd en – voor zover het de verdere verwerking in de fabriek van [geïntimeerde] betreft – ten titel van welke overeenkomst?