ECLI:NL:GHAMS:2025:839
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opschorting zorgregeling tussen minderjarige en moeder in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de zorgregeling tussen een minderjarige en haar moeder. De rechtbank Noord-Holland had eerder de zorgregeling opgeschort voor drie maanden, wat de moeder niet eens was. De vader steunde de beslissing van de rechtbank. De moeder ging in hoger beroep en vroeg om de zorgregeling te herstellen zoals eerder vastgesteld. Het hof oordeelde dat de opschorting van de zorgregeling begrijpelijk was gezien de zorgen over de thuissituatie van de moeder. De vader had ook een verzoek ingediend om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij hem te bepalen, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard. Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank en wees de verzoeken van de moeder in hoger beroep af. De zaak benadrukt het belang van stabiliteit en veiligheid voor de minderjarige, vooral gezien haar verstandelijke beperking en autismespectrumstoornis.