Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID,
2. STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS BOUW & INFRA,
3. STICHTING AANVULLINGSFONDS BOUW & INFRA,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
Bijlage 1is het gesprekverslag van de bespreking van 6 oktober 2021 te vinden. (…)
Bijlage 2. Op 20 januari 2022 heeft nogmaals een bespreking plaatsgevonden, waarin het plan van aanpak, de werkzaamheden en de informatieaanlevering zijn besproken. In
Bijlage 3is het gesprekverslag van de bespreking van 20 januari 2022 te vinden (…)
Bijlage 4.Partijen is diverse malen verzocht de opdrachtomschrijving goed te beoordelen, omdat deze informatie de basis vormt waarop de deskundige de gestelde vragen zal beantwoorden en de wijze weergeeft waarop de accountant de feitelijke bevindingen uit de administratie van HooVos afleidt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op de opdrachtomschrijving. HooVos heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt en heeft aangegeven een Teams meeting te wensen. Nadat de meeting enkele malen is uitgesteld, heeft deze uiteindelijk op 13 december 2022 plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze meeting is de opdrachtbevestiging aangepast en heeft HooVos aangegeven akkoord te zijn met de opdrachtformulering. De accountant heeft de eerste versie van het concept rapport met feitelijke bevindingen opgeleverd op 15 maart 2023. De laatste versie van het rapport feitelijke bevindingen heeft de accountant op 7 april 2023 opgeleverd. Dit rapport is bijgevoegd in
Bijlage 5. De deskundige heeft vervolgens alle informatie geanalyseerd en heeft - voor zover nodig - overleg gepleegd met de aan zijn organisatie gelieerde accountants en juristen en op basis daarvan de vragen beantwoord. (…)
- De diversiteit aan werkzaamheden per cliënt en/of per project
- De toerekening van de diverse werkzaamheden aan de verschillende fasen;
- De wijze van inrichting van deze fasen in de administratie;
- De koppeling van het aantal uren dat door bepaalde medewerkers is besteed aan de diverse gefaseerde werkzaamheden;
- De omstandigheid dat niet bij alle projecten op offertebasis wordt gewerkt.
- De vele duizenden aparte facturen die niet aan specifieke projecten en/of fasen zijn gekoppeld.
binnenHooVos die zich bezighouden met niet-bouwactiviteiten zoals (maar niet beperkt tot) (groot)handel, certificering, Bhvcursussen verzorgen en andere niet onder de werkingssfeer van de bouwregelingen vallende, respectievelijk uitgezonderde of vrijgestelde activiteiten, alsmede met werkzaamheden in fase 1 tot en met 4 die niet hebben geleid tot werkzaamheden door, in opdracht van of namens HooVos of Projecten (advies werkzaamheden)?
toe te rekenen aan Overige activiteiten. Dat is een percentage van 36.44% (…) van de totale uren.
“De overwegende productie wordt bepaald door een vergelijking van de in elke productie verloonde bedragen.”In de vraagstelling aan de deskundige wordt uitgegaan van één productie (22. Overige Werken) waarbij alle andere uitgezonderde producties buiten beschouwing zijn gelaten en zijn toegerekend aan “bouw”. Op bladzijde 8 van het deskundigenbericht staat “dat uit de omzetspecificatie kan worden afgeleid dat de omzet van HooVos Brandbeveiliging volledig wordt gerealiseerd met Overige Activiteiten”. HooVos Projecten verricht in overwegende mate isolatiewerkzaamheden. Beide zijn gebieden waarvan in de werkingssfeerbepalingen van de bouwregelingen is omschreven dat dit geen bouwactiviteiten zijn van bouw en infra. Op basis van deze werkingssfeerbepalingen zijn zowel Hoovos als HooVos Projecten ieder afzonderlijk geen Bouwonderneming”;
Het uitgangspunt dat de fase 5 activiteiten volledig bouwactiviteiten zijn is niet juist als we kijken naar de verplichtstelling en omschrijvingen in de verplichtstellingsbeschikkingen in de verschillende Staatscouranten.”NPB Legal heeft de bedrijfsactiviteiten op basis van de werkingssfeerbepalingen ingedeeld per productie. Hieruit blijkt dat slechts negen van de fase 5 activiteiten worden toegekend aan bouw. Het merendeel van de fase 5 activiteiten valt onder niet-bouwactiviteiten.
3.Beslissing
een bedrag van € 643.003,28 aan Bpf Bouw te vermeerderen met de reglementair bepaalde wettelijke handelsrente vanaf twee weken na de loonperiodes, vermeerderd met de reglementaire incassokosten van € 96.450,49;
een bedrag van € 70.248,11 aan O&O, te vermeerderen met de reglementair bepaalde wettelijke rente vanaf twee weken na de respectievelijke loonperiodes;
een bedrag van € 51.755,20 aan het Aanvullingsfonds, te vermeerderen met de reglementair bepaalde wettelijke rente vanaf twee weken na de respectievelijke loonperiodes;