ECLI:NL:GHAMS:2025:78
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incidentele vordering tot tussenkomst door cessionaris in hoofdzaak van passagiers tegen luchtvaartmaatschappij
In deze zaak heeft AirHelp Limited, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Hong Kong, een incidentele vordering tot tussenkomst ingesteld in een hoofdzaak waarin passagiers compensatie vorderen van Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) vanwege een vertraagde vlucht. KLM heeft betoogd dat de passagiers hun vorderingen aan AirHelp hebben gecedeerd, waardoor AirHelp als cessionaris wenst tussen te komen in de hoofdzaak. De kantonrechter heeft de incidentele vordering tot tussenkomst afgewezen, waarna AirHelp in hoger beroep is gegaan.
De zaak is op 14 januari 2025 behandeld door het Gerechtshof Amsterdam. AirHelp heeft in hoger beroep geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en haar vordering tot tussenkomst zal toewijzen. KLM heeft verzocht om bekrachtiging van het vonnis. Het hof heeft de ontvankelijkheid van het beroep van AirHelp beoordeeld en vastgesteld dat het bestreden vonnis een eindvonnis is, waardoor AirHelp ontvankelijk is in haar beroep.
Het hof heeft vervolgens de feiten van de zaak beoordeeld, waaronder de vervoerovereenkomst tussen KLM en de passagiers, de annulering van de vlucht en de compensatie die KLM aan de passagiers heeft toegekend op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. AirHelp heeft gesteld dat zij belang heeft bij tussenkomst om tegenstrijdige uitspraken te voorkomen en omdat de vervaltermijn voor haar vordering inmiddels is verstreken.
Het hof heeft de zaak naar de rol van 11 februari 2025 verwezen voor verdere uitlatingen van AirHelp en KLM over de tijdigheid van de incidentele vordering en de vraag of er een eindvonnis is gewezen in de hoofdzaak. Iedere verdere beslissing is aangehouden.