Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
beslissing op verzoek ex artikel 31 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
[appellant] ,
COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,
RABO GROEN BANK B.V.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 maart 2025 een herstelarrest gewezen in hoger beroep. Het betreft een verzoek tot herstel van een kennelijke schrijffout in het dictum van een eerder arrest, dat op 11 maart 2025 was gewezen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J. de Jong van Lier, had verzocht om correctie van een bedrag dat in het dictum was opgenomen. In plaats van het eerder genoemde bedrag van € 1.148.000,00, diende het juiste bedrag van € 1.458.000,00 te worden vermeld. De geïntimeerden, gezamenlijk aangeduid als Rabobank c.s., vertegenwoordigd door mr. R.M. Vermaire, hebben geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot herstel. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een kennelijke schrijffout die eenvoudig te corrigeren is. Het hof heeft het verzoek tot herstel toegewezen en het dictum aangepast, waarbij het juiste bedrag nu is vastgesteld op € 1.458.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Voor het overige blijft het eerdere arrest ongewijzigd, inclusief de datum van uitspraak.